Ibn Al-Jawzi schrijft:
"Tijdens het tijdperk van Hasan Al-Basri was er een faasiq (slechte persoon) van adel die op zijn balkon zat te drinken en verboden daden en zonden beging en ongehoorzaam was. Hasan riep een groep rechtvaardigen bij elkaar om te gaan naar deze faasiq. Ze kwamen aan bij de man van adel die bezig was met zondigen. Hasan en zijn studenten zaten onder het balkon en gingen Qur’an reciteren en waren Allaah aan het gedenken met luide stemmen.
De faasiq hoorde hun en stuurde een bediende op hun af en zei tegen Hasan Al-Basri en zijn studenten: "Waarom zijn jullie hierna toe gekomen?" Hasan Al-Basri zei: "Vertel tegen hem dat hij moet stoppen met zondigen en dat hij het zeker niet moet doen in het openbaar want anders vermoorden wij hem!"
De dienaar ging terug naar zijn meester en vertelde hem wat Hasan had gezegd. Toen de faasiq de bedreiging hoorde zei hij:
"En hoe wil hij me vermoorden wanneer ik dit en dat heb en ik heb 1000 soldaten die me kunnen beschermen?"
De bediende bracht het antwoord van de faasiq naar Hasan ...
Hasan Al-Basri antwoordde: "Wij zullen hem vermoorden met de nachtpijlen!" De bediende vroeg: "Wat zijn de nachtpijlen?"
Hasan antwoordde:
رفع الأيدي إلى الله عز وجل
"De handen opheffen (duá) naar Allaah".
De bediende ging naar zijn meester en informeerde hem over hetgeen Hasan had gezegd, toen zij de faasiq: "Wij hebben geen macht (om daarop tegen in te gaan) wat hij heeft beloofd". Na dit incident topte hij met het begaan van zonden in het openbaar ...
{"Rawaıu al-Qasas"}.
No comments:
Post a Comment