Monday, 31 August 2009

"Leidende boek en helpende zwaard"

Haafiz Ibn Taymiyah zegt:

لا يقوم الدين إلا بكتابٍ يهدي وسيفٍ ينصر وكفى بربك هادياً ونصيراً
"De godsdienst zal niet gevestigd worden behalve met een leidende Kitaab (boek) en de helpende Saif en voldoende is uw Heer als een leiding schenker en een helper!"

Sunday, 30 August 2009

Dua van een Sahabi

Abdullah bin Jahsh zei op de dag van Uhud:

"Yaa Rabb! Als ik morgen de vijanden ontmoet, geef mij dan een tegenstander die sterk is zodat ik hem kan bevechten en hij tegen mij kan vechten! Laat hem dan mijn neus en oren afsnijden, zodat op de Dag waarop ik U ontmoet, U aan mij zult vragen:

"Ya Abdullah! Waarom waren jou oren en neus afgesneden?" En ik zal kunnen zeggen: "Omwille van U en Uw boodschapper". En U zult zeggen: "Daar heb je gelijk in".

Said zegt: "Ik zag hem aan het einde van de dag met zijn neus en oren hangend aan een touw (om zijn nek gebonden)".

{"Jaami al-Uloem wal-Hikam", 2/348}.

"De levenden zijn niet veilig voor fitnah"

Ibn Masud zegt:

"Als je iemand wilt volgen, volgt dan de heengaanden, want de levenden zijn niet veilig voor fitnah! Zij waren de Sahaba van Muhammad, de besten van deze Ummah".

{"Ighathat al-Lahfan", 1/159}.

"If the sunnah becomes clear to a person"

Imam Al-Shafi'ie said:

أجمع العلماء على أن من استبانت له سنة النبي صلى الله عليه وسلم لم يحل له أن يدعها لقول أحد

ENGLISH:

“The scholars are agreed that if the Sunnah of the Prophet (peace and blessings of Allaah be upon him) becomes clear to a person, it is not permissible for him to ignore it in favour of the opinion of anyone.”

NEDERLANDS:

"De geleerden hebben een consensus bereikt dat als de Sunnah van de Profeet bevestigd is, dat het niet nagelaten mag worden voor de woorden van wie dan ook".

["Madaarijj al-Salikien", 2/335].

"When you do not fast and when you fast"

Jaabir Ibn Abdullah said:

ولا تجعل يوم فطرك ويوم صومك سواء

ENGLISH:

"Do not let the day when you do not fast and the day when you fast be the same.”

NEDERLANDS:

"Laat de dag waarop je vast niet gelijk zijn aan de dag waarop je niet vast (verricht meer aanbidding)".

["Latanif al-Ma'arif", 292].

Anale seks is HARAM

Ibn Qudamah zegt:

لأن السنة إنما وردت بتحريم الدبر , فهو مخصوص بذلك
"Omdat in de Sunnah aanwijzingen zijn naar het verbod op anale seks, daarom is het ook verboden".

{"Al-Mughnie", 7/226}.

Hanbali Fatwa

Al-Bahoeti of the hanbilah writes:

ذهب الأحناف وأكثر المالكية والمشهور عند الشافعية: إلى جواز استمتاع كل من الزوجين بالنظر إلى فرج الآخر وتقبيله . فقال القاضي أبو يعلى من الحنابلة : يجوز تقبيل فرج المرأة قبل الجماع ويكره بعده

ENGLISH:

"According to the ahnaf, the majority of the malikiyah and the famous position of the shafi'iyah it is permissible for couples to enjoy each other such as looking at each others private parts and kissing it. Al-Qaadhi of the hanabilah said: "It is permissible to kiss the vagina of the woman before the intercourse, but it is disliked afterwards".

NEDERLANDS:

"Volgens de ahnaf; de meerderheid van de malikiyah en de bekende standpunt van de shafi'iyah is het toegestaan voor stellen om van elkaar te genieten zoals het kijken naar elkaars geslachtsdelen en het kussen ervan. Al-Qadhi van de hanabilah zei: "Het is toegestaan om de vagina van de vrouw te kussen alvorens de gemeenschap, en afgeraden daarna".

["Kishaf al-Qina", 5/209].

Ibn Abbas

Ibn Hazm zegt:

عن ابن عباس أنه قال: وما هو إلا أن يعرك أحدكم زبه حتى ينزل الماء
"Ibn Abbas heeft gezegd: "Het is maar het wrijven van de geslachtsdeel tot het "water" eruitvloeit".

{"Al-Muhalla", 11/3}.

Ibn Umar

Ibn Umar zegt:

عن ابن عمر أنه قال: إنما هو عصب تدلكه
"Het is slechts het wrijven van een orgaan".

{"Al-Muhalla", 3/11}.

Jabir Ibn Zayd

Jaabir Ibn Zayd zegt:

هو ماؤك فأهرقه
"Het is jou vloeistof, je mag het uitstorten".

{"Al-Musannaf", 7/391}.

Hanafi Fatwa

اذاادخل ذكره في فم امراته قدقيل يكره وقدقيل بخلافه
"Als een man zijn geslachtsdeel in de mond van zijn vrouw doet, dan is dat afgeraden (volgens de hanafi geleerden). Anderen hebben het tegenovergestelde gezegd".

{"Al-Fatawa al-Hindiya", 5/372}.

Mujaahid

Mujaahid zegt:

عن مجاهد قال: كان من مضى يأمرون شبانهم بالاستمناء، والمرأة كذلك تدخل شيئا. قلنا لعبد الرزاق: ما تدخل شيئا؟ قال: يريد السق. يقول تستغني به عن الزنا.
"Onze (vrome) voorgangers zouden hun jongeren bevelen om te masturberen ... ".

{"Al-Musannaf", 7/390}.

Qataadah

Qataadah zegt:

كانوا يفعلون في المغازي
"Zij waren gewoon te (masturberen) tijdens oorlogen".

{"Al-Muhalla", 11/3}.

Amr Bin Dinar

Amr Bin Dinar zegt:

ما أرى بالاستمناء بأسا
"Er is niets mis met masturberen".

{"Al-Musannaf", 7/390}.

Al-Nawawi on Isbaal

Imam Al-Nawawi said:

لا يجوز إسباله تحت الكعبين إن كان للخيلاء ، فإن كان لغيرها فهو مكروه ، وظواهر الأحاديث فى تقييدها بالجر خيلاء تدل على أن التحريم مخصوص بالخيلاء



ENGLISH:

"It is not permissible to let the garment hang down below the ankles if it is done in order to show off. If it is done for any other reason then it is makrooh. The apparent meaning of the ahaadeeth which limit it to letting the garment drag in order to show off indicates that it is haraam (forbidden) specifically when done to show off".

NEDERLANDS:

"Het is niet toegestaan om de kleren onder de enkels te dragen als men daarmee opschept. Als het om andere redenen wordt gedaan, dan is het makruh (afgeraden). De dhahir betekenis van de ahaadith die spreken over kleren laag laten hangen tonen aan dat het verboden is wanneer men daar specifiek mee opschept".

["Sharh al-Saheeh Muslim", 14/62].

Imam Shafi'ie on Isbaal

Imaam Al-Shafi'ee says:

لا يجوز السدل في الصلاة ولا في غيرها للخيلاء ، فأما السدل لغير الخيلاء في الصلاة فهو خفيف ؛ لقوله صلى الله عليه وسلم لأبي بكر رضى الله عنه وقال له : إن إزاري يسقط من أحد شقي . فقال له : لست منهم




ENGLISH:


"It is not permissible to let the garment hang low when praying or otherwise in order to show off. As for letting the garment hang low for reasons other than showing off when praying, it is not as serious, because of the Prophet (peace and blessings of Allaah be upon him) said to Abu Bakr (may Allaah be pleased with him) when he told him that his izaar slipped down on one side: "You are not one of them (i.e., those who let the garment hang down out of pride)".


NEDERLADS:


"Het is niet toegestaan om de kleren laag te laten hangen tijdens het gebed of in andere tijden als men daarmee opschept. En betreft het hangen van de kleren om andere redenen tijdens het gebed, dan is dat niet zo erg, want de Profeet zei tegen Abu Bakr wien's izaar aan een kant naar beneden hing: "Jij behoort niet tot hen (die opscheppen)".

["Al-Majmu'u", 3/177].

"Al dezen kwamen samen"

Haafiz Ibn Al-Qayyim zegt:

وبعثه الله تعالى – يعني النبي صلى الله عليه وسلم - بالكتاب الهادي ، والسيف الناصر ، بين يدي الساعة حتى يعبد سبحانه وحده لا شريك له . . . فإن الله سبحانه أقام دين الإسلام بالحجة والبرهان ، والسيف والسنان ، كلاهما في نصره أخوان شقيقان


"Allaah stuurde de Profeet met de leiding gevende Boek en de overwinnende zwaard vlak voordat het Uur plaats zal vinden, zodat alleen Hij aanbeden zal worden zonder deelgenoten ... Allaah vestigde de din al-Islaam met bewijzen, al-burhaan, de saif en de speer. Al dezen kwamen samen (om Islam op aarde te vestigen)".


{"Al-Faroosiyah", Blz 18}.

Saturday, 29 August 2009

"Why didn’t you use the water?"

Ibn Muflih Al-Hanbali writes:

بات عند الإمام  أحمد  رجل فوضع عنده ماء قال الرجل : فلم أقم بالليل ولم استعمل الماء ، فلما أصبحت قال لي : لم لا تستعمل الماء ؟ فاستحييت وسكت فقال : سبحان الله سبحان الله ما سمعت بصاحب حديث لا يقوم بالليل



ENGLISH:

"A man spent the night at the home of Ahmad, and he placed some water next to his bed. The man said: “I did not get up to pray at night or use the water. So, when I awoke, he said to me: “Why didn’t you use the water?” I became embarrassed and didn’t answer, and he said to me: “Subhan Allah! Subhan Allah! I have never heard of a student of Hadith who does not pray at night".

NEDERLANDS:

"Een man ging bij Imam Ahmad overnachten, dus de Imaam plaatste een pot water dicht bij zijn bed. De man verhaalt: "Ik werd niet wakker om de nacht-gebeden te verrichten en ik maakte geen gebruik van het water.  Toen ik opstond zei hij tegen mij: "Waarom hebt u het water niet gebruikt?" Ik schaamde me en gaf geen antwoord, dus hij zei: "Subhan’Allaah! Subhan’Allaah! Ik had nooit van een kenner van Hadith gehoord die geen nacht-gebeden verricht!"

["Al-Adab ash-Shar’iyyah" – 1/169].

Maliki Fatwa

Al-Qurtubi writes in his Tafsir:

 وقد قال أصبغ من علمائنا : يجوز له أن يلحسه بلسانه




ENGLISH:


"And Asbagh - one of our (Maliki) scholars - has said: It is permissible to lick (the vagina) with the tongue."


NEDERLANDS:


"En Asbagh - een van onze (Maliki) geleerden - zei: "Het is toegestaan om (de vagina) met de tong te likken".


["Al-Jaami' li Ahkam Al-Qur'an", 12/232].


Friday, 28 August 2009

"Better then the blood of a martyr"

The Prophet is narrated to have said:

والذي نفس محمد بيده، لخلوف فم الصائم أطيب عند الله يوم القيامة من ريح المسك أن الخلوف أعظم من دم الشهادة لأن دم الشهيد شبه ريحه بريح المسك , والخلوف وصف بأنه أطيب , ولا يلزم من ذلك أن يكون الصيام أفضل من الشهادة

ENGLISH:

“By the One in whose hand Muhammad’s soul is! The breath of a fasting person is more beloved to Allah on the day of judgement then the smell of musk!“. Haafiz Ibn Hajar said: “So the breath of a fasting person is better then the blood of a martyr, because the blood of the martyr got compared to musk, while the breath of a fasting person is even more beloved (To Allah) then musk. This doesnt have to mean that fasting is better then martyrship".

NEDERLANDS:

"Bij Degene in Wien’s Hand Muhamads ziel ligt! De adem van de vastende is geliefder bij Allaah op de Dag des Oordeels (yawm al-qiyamah) dan de geur van muskus!” Haafiz Ibn Hajar zegt daarop: “De adem van een vastende is dus beter dan de bloed van de shaheed (martelaar), want de bloed van de shaheed werd vergeleken met muskus, terwijl de adem van een vastende zelfs “geliefder” is dan muskus. Dit hoeft echter niet te betekenen dat vasten beter is dan sahahadat (martelaarschap)".

[“Fath al-Baree”, 4/134].

Thursday, 27 August 2009

"Whenever I shook hands with the Prophet"




Wa’el Ibn Hajar said:

لقد كنت أصافح النبي صلى الله عليه وسلم ، أو يمس جلدي جلده ، فأتعرقه في يدي بعد ثالثة أطيب ريحا من المسك

ENGLISH:

"Whenever I shook hands with the Prophet, may Allah's blessings and peace be upon him, or my skin touched his skin, I smelled the scent of musk on my hand for three days."

NEDERLANDS:

"Telkens als ik met de Profeet handen zou schudden of als mijn huid en zijn huid in aanraking zouden komen, dan zou ik de geur van zijn muskus drie dagen aan mijn handen ruiken".

["Majma’ Al-Zawa’ed", 7/33].


"He should not neglect to give his wife a morsel"

Ibn al-Haaj al-Maliki said:

وينبغي له أن لا يخلي نفسه من أن يلقم زوجته اللقمة واللقمتين ، لقوله عليه الصلاة والسلام : حتى اللقمة يضعها في فم امرأته فقد حصل له الثواب مع أن وضع اللقمة في فم امرأته له فيها استمتاع ، وينبغي له أن يحتسب في ذلك كله أعني : إحضار الطعام والإطعام




ENGLISH:


"He should not neglect to give his wife a morsel or two, because RasulAllah (saw) said: “even a morsel that he puts in his wife’s mouth.” He will earn reward even though there is some pleasure for him in putting a morsel in his wife’s mouth, but he should seek reward in all of that, i.e., in bringing the food and in giving it to her."


NEDERLANDS:


"Een man moet niet neerkijken op het geven van zelfs één of twee happen eten in de mond van zijn vrouw, want de profeet heeft gezegd: "Zelfs voor één hapje eten die hij in de mond van zijn vrouw doet". Hij zal daar beloond voor worden, ook al geniet hij zelf ook van het eten geven aan zijn vrouw. Hij moet daar dus beloning in zoeken".


["Al-Madkhal", 1/224].

"When a sultan shows clear kufr"

Ibn Battal says:

إذا وقع من السلطان الكفر الصريح فلا تجوز طاعته في ذلك بل تجب مجاهدته لمن قدر عليها

ENGLISH:

"When a sultan shows clear kufr, then obedience is no longer obligatory, in fact its wajib UPON THOSE WHO HAVE THE ABILITY to strive against him".

NEDERLANDS:

"Als een sultaan (heerser) duidelijke kufr toont, dan is het niet meer verplicht om hem te gehoorzamen, integendeel, het wordt wajib op degenen die de mogelijkheden hebben om tegen hem in opstand te komen!"

["Fath al-Baari", 13/7].

"Then his obedience is invalid"

Al-Nawawi says:

قال القاضي: فلو طرأ عليه كفر وتغيير للشرع أو بدعة خرج عن حكم الولاية وسقطت طاعته ووجب على المسلمين القيام عليه وخلعه ونصب إمام عادل إن أمكنهم ذلك

ENGLISH:

"Al-Qadhi Iyadh said: "If he is adamant on Kufr, (and) in changing the shariah, or on innovation, then his obedience is invalid and it becomes a duty upon the Muslims to revolt against him, removing him and placing a just Imam (ruler) in his place IF THEY HAVE THE ABILITY".

NEDERLANDS:

"Al-Qadhi zei: "Als van hem openlijke kufr wordt gezien, of als hij de shariat verandert of innoveert, dan vervalt gehoorzaamheid aan hem en het wordt wajib op elke moslim om tegen hem in opstand te komen en hem met een oprechte leider te vervangen ALS zij daartoe in staat zijn".

["Sharh al-Sahih Muslim", 12/229].

Abu Hanifah on Isbaal

Ibn Muflih said:

أبا حنيفة رحمه الله ارتدى برداء ثمين وكان يجره على الأرض , فقيل له : أولسنا نهينا عن هذا ؟ فقال : إنما ذلك لذوي الخيلاء , ولسنا منهم



ENGLISH:

"Abu Haneefah (may Allaah be pleased with him) wore an expansive rida’ and let it drag on the ground. It was said to him: Are we not forbidden to do this? He said: That is for those who show off and we are not among them".

NEDERLANDS:

"Abu Hanifah droeg een lange gewaad en het sleepte op de grond. Iemand zei tegen hem: "Zijn wij dan niet verboden om dit te doen?!" Hij zei: "Dat gaat over degenen die opscheppen, en wij behoren niet tot hen".

["Al-Adaab al-Shar’iyyah", 3/521].

Hanbali Fatwa

Ibn Qudamah al-Hanbali said:

ويكره إسبال القميص والإزار والسراويل ؛ فإن فعل ذلك على وجه الخيلاء حَرُم

ENGLISH:

"It is makrooh (disliked) to let the chemise, izaar and trousers come below the ankle, and if he does that in order to show off then it is haraam (forbidden)".

NEDERLANDS:

"Het is makroeh (afgeraden) om de qamis, izaar en broeken onder de enkels te dragen, en als het gedaan wordt om ermee op te scheppen dan is het haram (verboden)".

["Al-Mughnie", 2/298].

"Busying yourself with ..."

Ibn Daqiq said:

أعراضُ المسلمين حُفْرَةٌ من حُفَرِ النار

ENGLISH:

"Busying yourself with the dignity of the Muslimeen is (a way) to the pits of Hellfire".

NEDERLANDS:

"Jezelf bezig houden met de eer van de moslimeen is (een weg naar) de putten van het Vuur (der Hel)".

["Al-Iqtiraah", 34].

"Hold yourself unto the main body"

At-Tabari said:

قال رسول الله صلى الله عليه وسلم : " عليك بالسواد الأعظم " ، ومن فارق الجماعة مات ميتة جاهلية

ENGLISH:

"The Prophet has said: "Hold yourself unto the main body (majority)". And the one who turns his back to the jama'ah dies the death of al-jahiliyah".

NEDERLANDS:

"De Profeet heeft gezegd: "Houd je vast aan de grote meerderheid". En degene die de jama'ah (gemeenschap) verlaat sterft aan de dood van jahiliyah (pre-islam)".

["Tafsir al-Qurtubi", 14/56].

"He will be thrown into a well like a dog"

Ibn Najim said:

المرتد أما المرتد فلا يغسل ، ولا يكفن ، وإنما يلقى في حفيرة كالكلب

ENGLISH:

"The murtad will not be washed or shrouded, he will be thrown into a well like a dog".

NEDERLANDS:

"De murtad wordt niet gewassen of gewikkeld; hij wordt als een hond in een put gegooid".

["Al-Bahr", 5/361].

Tuesday, 25 August 2009

"Dat is echter geen voorwaarde" ...




Mawardi al-Shafi'ie zegt:

وقال الماوردي: ( فرض الجهاد على الكفاية يتولاه الإمام ما لم يتعين ) [الإقناع ص/175
"De farz kifayah jihaad moet geleid worden door een Imam, maar dit is echter geen voorwaarde wanneer jihaad farz 'ayin wordt".

{"Al-Iqna'a", Blz. 175}.


Monday, 24 August 2009

Alles was wegens de Profeet geschapen

Haafiz Ibn Taymiyah zegt:

فاذا كان الانسان هو خاتم المخلوقات وآخرها وهو الجامع لما فيها وفاضله هو فاضل المخلوقات مطلقا ومحمد انسان هذا العين وقطب هذه الرحى وأقسام هذا الجمع كان كأنها غاية الغايات فى المخلوقات فما ينكر ان يقال انه لاجله خلقت جميعها وانه لولاه لما خلقت فاذا فسر هذا الكلام ونحوه بما يدل عليه الكتاب والسنة قبل ذلك
"De mens is de laatste en de zegel der schepping, dus de beste onder hen moet ook de beste zijn van de schepping. Muhammad is (bij wijze van spreken) de pupil van het oog, de draaiwiel van de molensteen, en de verdeler van het collectieve en dus als het ware ook de doel van de schepping. Daarom kan niemand woorden zoals "Alles was wegens hem geschapen" of "Ware het niet voor hem, dan zou de schepping niet hebben bestaan" ontkennen! Als deze woorden en soortgelijke woorden in het licht van de Qur'an en Sunnah uitgelegd kunnen worden, dan zijn ze acceptabel".

هو كلام لا يدرى قائله ، ويمكن أن يفسر بوجه صحيح كقوله تعالى : سَخَّرَ لَكُم مَّا فِي السَّمَاوَاتِ وَمَا فِي الْأَرْضِ
"Het is (inderdaad) een gezegde waarvan de qaa'el (auteur) onbekend is, MAAR deze woorden kunnen echter wel in een juiste perspectief uitgelegd worden, zoals de gezegde van Allah: "En Hij heeft alles van Hem afkomstig in de hemelen en op aarde in uw dienst gesteld". {Qur'an 45:13} ...

وأمثال ذلك من الآيات التي يبين فيها أنه خلق المخلوقات لبني آدم ، ومعلوم أن لله فيها حكماً عظيمة غير ذلك وأعظم من ذلك ، ولكن يبين لبني آدم ما فيها من المنفعة وما أسبغ عليهم من النعمة فإذا قيل : فعل كذا لكذا لم يقتض أن لا يكون فيه حكمة أخرى ، وكذلك قول القائل : لولا كذا ما خلق كذا لا يقتضي ألا يكون فيه حكم أخرى عظيمة
"En er zijn veel soortgelijke 'ayaat die aangeven dat Allah de schepping omwille van bani Adam schiep, alhoewel wij weten dat Allah daarmee ook andere veel grotere wijsheden wou bewijzen. Hier herinert Allah de mensen aan de voordelen die in de schepping voor hen liggen en aan de zegeningen waarin zij zich bevinden. Dus als gezegd wordt: "Hij deed zus en zo (omwille van zus en zo)", dat sluit andere wijsheden echter niet uit".

{"Majmu' al-Fatawa", 11/97}.

Sunday, 23 August 2009

"You have used your days wisely, O herder"

Haafiz Ibn Rajab al-Hanbali said:

نزل روح بن زنباع منزلا بين مكة و المدينة في حر شديد فانقض عليه راع من جبل فقال له : يا راع هلم إلى الغداء قال : إني صائم قال : أفتصوم في هذا الحر؟ قال : أفأدع أيامي تذهب باطلا ؟ فقال روح : لقد ضننت بأيامك ياراعي إذ جاد بها روح بن زنباع .


 




ENGLISH:


And Ruh bin Zinba' was traveling between Makkah and Madinah on a very hot day. A herder living on a mountain approached him, and he said to him: "O herder, come eat with me." The herder said: "I'm fasting." Ruh said: "You're fasting in this heat?" The herder replied: "Should I let my days pass by in vain?" So, Ruh said: "You have used your days wisely, O herder, while Ruh bin Zinba' has wasted his."

NEDERLANDS:


"Op een extreem warme dag ging Roeh Bin Zinba (rahimahullah) van Makkah naar Madinah reizen. Onderweg kwam hij een herder uit de bergen tegen en (Roeh) zei: "O herder, kom met mij eten". De herder zei: "Ik ben aan het vasten". Roeh vroeg: "U vast in deze hitte?" De herder zei: "Waarom zou ik mijn dagen nutteloos voorbij laten gaan?" Roeh zei: "U hebt uw dagen inderdaad goed gebruikt, O herder, terwijl Roeh Bin Zinba zijn dagen heeft verspild".


["Lata'if al-Ma'arif", 272].

"Return the heat of Basrah"

Haafiz Ibn Rajab said:



مما يضاعف ثوابه في شدة الحر من الطاعات : الصيام لما فيه من ظمأ الهواجر و لهذا كان معاذ بن جبل يتأسف عند موته على ما يفوته من ظمأ الهواجر وكذلك غيره من السلف ولما سار عامر بن عبد قيس من البصرة إلى الشام كان معاوية يسأله أن يرفع إليه حوائجه فيأبى فلما أكثر عليه قال : حاجتي أن ترد على من حر البصرة لعل الصوم أن يشتد علي شيئا فإنه يخف علي في بلادكم




ENGLISH:

"... And from the acts of worship whose reward is multiplied during the heat is fasting, and this is because of the thirst that one experiences in the mid-day heat. This is why Mu'adh bin Jabal expressed regret on his deathbed that he would no longer experience this mid-day thirst, as did other early Muslims. And when 'Amir bin 'Abd Qays went from Basrah to Sham, Mu'awiyah would ask him to tell him what he needed. He refused to ask of him, and eventually said: "All I need is for you to return the heat of Basrah to me to make the fasting a bit harder, as it is too easy in your lands."

NEDERLANDS:

“En één van de daden van aanbidding waarvan de beloning in de zomer-hitte wordt vermenigvuldigt is vasten. Dat komt door de dorst die men moet doorstaan tijdens de middag hitte. Daarom ging Muadh Ibn Jabbal op zijn sterfbed wenen dat hij niet meer de middag dorst zou meemaken, en zo ook anderen van de salaf. En toen Amer Bin Abdul Qays van Basrah naar al-Shaam ging, zou Mu’awiyah hem keer op keer vragen wat hij nodig had. Hij weigerde iets te vragen, maar zei uiteindelijk: “Ik wil dat u de hitte van Basrah hierheen brengt zodat vasten voor mij een beetje moelijker wordt, want het (vasten) is zo makkelijk in jullie land”.

[“Lata’if al-Ma’arif”, 272].

"If the price is low, everyone will buy"

Haafiz Ibn Rajab said:

قال القاسم بن محمد : كانت عائشة رضي الله عنها تصوم في الحر الشديد قيل له : ما حملها على ذلك ؟ قال : كانت تبادر الموت، وكانت بعض الصالحات تتوخى أشد الأيام حرا فتصومه فيقال لها في ذلك فتقول : إن السعر إذا رخص اشتراه كل أحد تشير إلى أنها لا تؤثر إلا العمل الذي لا يقدر عليه إلا قليل من الناس لشدته عليهم و هذا من علو الهمة

ENGLISH:

"And al-Qasim bin Muhammad said that 'A'ishah would fast in the intense heat, and he was asked: "What drove her to do this?" He replied: "She would take advantage of the days before death." And some of the righteous women would choose the hottest days and fast them, saying: "If the price is low, everyone will buy," meaning that she wanted to do those actions that only a few were capable of due to how hard it was to do them, and this is indicative of the high aspirations these women had".

NEDERLANDS:

"Al-Qasim Bin Muhammad zei: "Aisha zou op extreem hete (dagen) vasten". Hij werd gevraagd: "Wat motiveerde haar om zoiets te doen?" Hij zei: "Zij maakte gebruik van haar dagen voordat zij zou sterven". En sommige oprechte vrouwen zouden de heetste dagen uitkiezen om erin te vasten, zeggende: "Als de prijs laag was zou iedereen het kopen", zij bedoelden dat zij iets wouden doen dat weinigen aankonden, wegens de moeilijkheden die meekomen".

["Lata'if al-Ma'arif", 272].

Saturday, 22 August 2009

"What is the gratitude of the eyes?"

Abu Haroon is narrated to have said:

دخلتُ على أبي حازم ، فقلت له : يرحمك الله ، ما شكرُ العينين ؟ قال : إذا رأيتَ بهما خيراً : ذكرته ، وإذا رأيتَ بهما شرّاً : سترته ، قلت : فما شكر الأذنين ؟ قال : إذا سمعتَ بهما خيراً : حفظته ، وإذا سمعتَ بهما شرّاً : نسيتَه

ENGLISH:

Abu Haroon said: "I entered upon Abu Haazim, and said to him: "May Allaah have mercy on you, what is the gratitude of the eyes?" He said: "If you see something good with them, you mention it, and if you see something bad with them, you conceal it". I said: "What is the gratitude of the ears?" He said: "If you hear something good with them, you remember it, and if you hear something bad with them, you forget it".

NEDERLANDS:

"Ik trad Abu Hazim's (huis) binnen en zei: "Moge Allah u genadig zijn, hoe tonen wij dankbaarheid voor onze ogen?" Hij zei: "Als u iets goeds ermee ziet dan vertelt u erover, en als u iets slechts ermee ziet dan verbergt u het". Ik vroeg: "En hoe tonen wij dankbaarheid voor onze oren?" Hij zei: "Als u iets goeds mee hoort dan onthoudt u het en als u er iets slechts ermee hoort dan vergeet u het".

"Zelfs als mensen er goedheid in zien"

Abdullah Ibn Umar said:

كل بدعة ضلالة وإن رآها الناس حسن
"Elke bidah is dwaling, zelfs als mensen er goedheid in zien".

{"Al-Sunnah", 82}.

"Om u de berouw van Adam te schenken"

Een zoon maakte de volgen du'a voor zijn vader:

يا أبتاه ، أسأل الله أن يجعلك آدميَّ التوبة إدريسيَّ المكانة نوحيَّ العمر إبراهيميَّ الوفاء يوسفيَّ الحسن أيوبيَّ الصبر شعيبيَّ الفصاحة وموسويَّ الشجاعة وداوديَّ النغمة وسُليمانيَّ الملك وعيسويَّ الرحمة ومحمَّديَّ الخُلُق.
NEDERLANDS:

"Oh vader! Ik vraag Allah om u de berouw van Adam te schenken, en de status van Idries, de leeftijd van Noah, de waarachtigheid van Ibrahiem, de schoonheid van Yusuf, de geduld van Ayoeb, de welsprekendheid van Shu'aib, de moedigheid van Musa, de stem van Dawoed, de koninkrijk van Sulaimaan, de genade van Isaa en de karakter van Mohammad! (vrede zij met hen allen)"

Thursday, 20 August 2009

"Then he held out the tip of his little finger"

Haafiz Ibn Kathir said:

رواه الإمام أحمد في مسنده حدثنا أبو المثنى معاذ بن معاذ العنبري حدثنا حماد بن سلمة حدثنا ثابت البناني عن أنس بن مالك عن النبي صلى الله عليه وسلم في قوله (فلماتجلىربه للجبل) قال : قال هكذا يعني أنه أخرج طرف الخنصر

ENGLISH:

"In his Musnad Imam Ahmad recorded from Anas bin Malik that the Prophet said about Allah's saying: "And when his Lord appeared to the mountain", he said: "Like this", then he held out the tip of his little finger".

NEDERLANDS:

"Er is een overlevering in de musnad van Imam Ahmad dat teruggaat naar Anas Ibn Malik die de Profeet de volgende 'Ayah hoorde citeren: "En toen zijn Heer Zich aan de berg openbaarde (brak deze in stukken)" (7:143) - waarna hij zei: "Zoiets" - wijzend naar de topje van zijn kleine vinger".

["Tafsir Ibn Kathir", 9/52].

"Size of a ring in a desert"

Haafiz Ibn Kathir said:

وقال الضحاك عن ابن عباس: لو أن السموات السبع والأرضين السبع, بسطن ثم وصلن بعضهن إلى بعض, ما كن في سعة الكرسي إلا بمنزلة الحلقة في المفازة
ENGLISH:

"Ad-Dahhak has narrated that Abdullaah Ibn Abbaas has said, "If the seven heavens and the seven earths were flattened and laid side by side, they would add up to the size of a ring in a desert, compared to the Kursi.''

NEDERLANDS:

"Al-Dhahaak heeft overgeleverd dat Abdullah Ibn Abbas heeft gezegd: "Als de zeven hemelen en de zeven werelden naast elkaar uitgespreid zouden worden, dan zouden zij als een ring in een woestijn lijken in vergelijking met de Kursi!"

["Tafsir Ibn Kathir", 2/255].

Wednesday, 19 August 2009

"Such is the saying of a faasiq"

Ahmad Ibn Hanbal said:

ومن زعم أنه لايرى التقليد ولا يقلد دينه أحدا فهو قول فاسق عند الله ورسوله صلى الله عليه وسلم إنما يريد بذلك إبطال الأثر وتعطيل العلم والسنة والتفرد بالرأي والكلام والبدعة والخلاف

ENGLISH:

"And the person who says that he does not believe in the permisibility of taqleed (blind following) and that no one should blindly follow (taqleed) anyone in his religion, then such is the saying of a faasiq in the sight of Allah and His Rasool, and he merely desires to nullify the athaar, and to negate al-ilm and the Sunnah and to become independent in his own opinion and kalaam, and innovation and difference".

NEDERLANDS:

"En als iemand beweert dat hij taqlied niet als toegestaan beschouwt en dat niemand taqlied mag doen van een ander in de godsdienst, dan zijn dat slechts de woorden van een FAASIQ (grote zondaar) in in de ogen van Allah en Zijn boodschapper! Hij wilt slechts de athaar (overleveringen), al-'ilm en sunnah vernietigen, zodat hij zelf de vrije hand krijgt met zijn mening, kalaam, bidah (innovaties) en khilaaf!"

["Tabaqatul Hanaabillah", 1/31].

"They would seize the single error"

Al-Sha'bie said:

لو أصبت تسعة وتسعين وأخطأت واحدة لأخذوا الواحدة وتركوا التسعة والتسعين

ENGLISH:

“If you were right ninety-nine time and erred once, they would seize the single error and forget the ninety-nine”.

NEDERLANDS:

"Zelfs als iemand negen en negentig keer iets goed krijgt en één keer een fout maakt, dan zouden zij aan zijn ene fout vastklingen en zijn 99 goede punten vergeten!"

["Hilyah al-'Awliyah", 4/320].

Tuesday, 18 August 2009

"Malik laughed, then rose and went inside"

Qadi Iyad said about Imam Malik on the authority of Al-Tinnisi:

كنا عند مالك وأصحابه حوله فقال رجل من أهل نصيبين يا أبا عبد الله عندنا قوم يقال لهم الصوفية يأكلون كثيراً ثم يأخذون في القصائد ثم يقومون فيرقصون. فقال مالك: أصبيان هم? قال لا. قال أمجانين? قال لا، قوم مشائخ وغير ذلك عقلاًء. قال مالك ما سمعت أن أحداً من أهل الإسلام يفعل هذا. قال الرجل يل يأكلون ثم يقومون فيرقصون نوائب ويلطم بعضهم رأسه وبعضهم وجهه فضحك مالك ثم قام فدخل منزله. فقال أصحاب مالك للرجل لقد كنت يا هذا مشؤوماً على صاحبنا، لقد جالسناه نيفاً وثلاثين سنة فما رأيناه ضحك إلا في هذا اليوم
ENGLISH:

"We were with Malik while he was surrounded by his companions, when a man belonging to the people of Nasibin said, ‘There is a group of people among us called Sufis. They eat excessively, then they begin to sing, and then they get up and dance.‘  Malik asked him, ‘Are they children?‘  The man replied, ‘No.’  Malik asked, ‘Are they insane?‘  The man replied, ‘No. They are a group of mashayikh [religious scholars] and other intelligent people.‘  Malik replied, ‘I have never heard of anyone from the people of Islam doing such a thing.’  The man said, ‘But these people eat, and then get up and dance tirelessly, some of them striking their heads, and some striking their faces.‘  Hearing this, Malik laughed, then rose and went inside his house. The companions of Malik said to the man, ‘Verily you have brought bad omen to our companion. We have been in his company for more than thirty years, and we never saw him laugh until this day.’

NEDERLANDS:

“Wij waren met Imam Malik en hij was omsingeld door zijn metgezellen toen een man van de Nasibien binnenkwam en zei: “O Abu Abdullah! Er zijn een groep mensen onder ons die Sufis worden genoemd. Zij eten veel, waarna zij beginnen te zingen en te dansen!” Imam Malik vroeg: “Zijn het kinderen?” De man zei: “Nee”. Imam Malik vroeg: “Zijn zij krankzinnigen?” De man zei: “Nee, zij zijn een groep mashaykh (geleerden) en andere weldenkenden”. Imam Malik zei toen: “Ik ken niemand onder de moslims (ahl al-islam) die zulke dingen doet”. De man zei: “Maar deze mensen eten en staan vervolgens op om te dansen. Sommigen van hen slaan zichzelf op hun hoofden en anderen op hun gezichten!” Toen Imam Malik dit hoorde stond hij lachend op en ging naar zijn huis. Zijn metgezellen zeiden tegen de man: “U hebt een ongeval over onze metgezel neergebracht! Wij hebben hem meer dan dertig jaar vergezeld en wij hadden hem nooit zo zien lachen!”

[“Tartib al-Madarik”, 2/54].

Al-Qurtubi over Sufi-Dans

Imam Al-Qurtubi al-Maliki zegt:

فهذه حالة العارفين بالله , الخائفين من سطوته وعقوبته ; لا كما يفعله جهال العوام والمبتدعة الطغام من الزعيق والزئير ومن النهاق الذي يشبه نهاق الحمير . فيقال لمن تعاطى ذلك وزعم أن ذلك وجد وخشوع : لم تبلغ أن تساوي حال الرسول ولا حال أصحابه في المعرفة بالله , والخوف منه , والتعظيم لجلاله
"Zij vrezen Zijn macht en wraak, in tegenstelling tot het lawaai en geschreeuw van de onwetenden onder de 'awaam en de innoveerders! Dezen maken geluiden lijkend op het gebalk van ezels! Tegen degenen die zich met dit soort zaken bezighouden - bewerend dat dit extase en khushoe is: De boodschapper en zijn Sahaba hadden meer ma'rifa, angst en eerbied voor Allah en toch was hun toestand slechts dat zij meer inzicht in zaken kregen en uit vrees voor Hem gingen huilen".

فمن كان مستنا فليستن , ومن تعاطى أحوال المجانين والجنون فهو من أخسهم حالا ; والجنون فنون
"Wie een rolmodel wilt nemen dient hen als zijn rolmodel te nemen. En betreft degenen die zich bezig willen houden met krankzinnigheid en waanzin, dan is hij erger dan de krankzinnigen zelf. Voorwaar, krankzinningheid komt in velen vormen!"

وروى الترمذي وصححه عن العرباض بن سارية قال : وعظنا رسول الله صلى الله عليه وسلم موعظة بليغة ذرفت منها العيون , ووجلت منها القلوب . الحديث . ولم يقل : زعقنا ولا رقصنا ولا زفنا ولا قمنا
"Tirmidhi heeft op gezag van Irbad bin Sariyah overgeleverd en vervolgens de overlevering sahih verklaard dat hij zei: "Op een dag gaf de boodschapper van Allaah gaf een heel indrukwekkende preek. De ogen traanden en de harten siddderden van angst" - Hij zei dus niet dat de luisteraars begonnen te schreeuwen of te dansen! Hij zei ook niet dat zij hun voeten tegen de grond gingen slaan of gingen opstaan zoals dansers dat doen!"

على التفسيرين ففيه رد على الجهال من الصوفية الذين يرقصون ويصفقون ويصعقون . وذلك كله منكر يتنزه عن مثله العقلاء , ويتشبه فاعله بالمشركين فيما كانوا يفعلونه عند البيت
"{Hun gebed bij het Huis (Ka'ba) was niets dan gefluiten en geklap"} - En in de tafsir van deze Ayah is een weerlegging op de juhaal (onwetenden) onder de Sufis, namelijk degenen die dansen, klappen en in shock raken! Dat is allemaal munkar (fout) waar de weldenkende mensen van weglopen. En het lijkt op de daden van de mushrikien te Huis (van Allah - de Ka'ba)".

{Tafsir al-Qurtubi", 7/365}.

Ibn Hajar over Sufi-Dans

Haafiz Ibn Hajar zegt:

واستدل جماعة من الصوفية بحديث الباب على إباحة الغناء وسماعه بآلة وبغير آلة ، ويكفي في رد ذلك تصريح عائشة في الحديث الذي في الباب بعده بقولها " وليستا بمغنيتين"
"Een groep onder de Sufiyah gebruikten dit hadith als bewijs voor de toegestaanheid van zingen en het luisteren ernaar ongeacht of dit nou muziek instrumenten bevat ofniet. De woorden van Aishah onder dezelfde hoofdstuk "zij waren geen zangeressen" is genoeg als weerlegging op hun woorden!"

قال الإمام القرطبي رحمه الله : وأما ما ابتدعه الصوفية في ذلك فمن قبيل ما لا يختلف في تحريمه ، لكن النفوس الشهوانية غلبت على كثير ممن ينسب إلى الخير ، حتى لقد ظهرت من كثير منهم فعلات المجانين والصبيان ، حتى رقصوا بحركات متطابقة وتقطيعات متلاحقة ، وانتهى التواقح بقوم منهم ، إلى أن جعلوها من باب القرب ، وصالح الأعمال ، وأن ذلك يثمر سني الأحوال ، وهذا على التحقيق من آثار الزندقة ، وقول أهل المخرفة ، والله المستعان .
"De Imam al-Qurtubi (moge Allah hem genadig zijn) heeft gezegd: En betreft de innovaties van de sufis hierin, dan bestaat geen meningsverschil over het verbod daarop. De zielen vol met ijver hebben velen mensen overhaald tot het punt dat velen van hen tot handelingen van krankzinnigen en kinderen zijn overgegaan! Tot het punt dat zij in verschillende kostuums beginnen te dansen en te bewegen. Hun verachtzaamheid bereikte het punt dat zij zelfs beweerden dat hierdmee men dichter tot Allah komt en dat dit een salih (goede) daad is waardoor zij hoger in status zullen gaan. In werkelijkheid is dit het pad van de ongelovigen en dit zijn de woorden van de krankzinnigen - wallaahul musta'aan!"

{"Fath al-Baree" 2/570}

Sunday, 16 August 2009

Aqiedah van Ahlus Sunnah

DEEL 1: “INLEIDING”


بسم الله الرحمن الرحيم وبه نستعين ، الحمد لله رب العالمين ‏.‏ ‏‏
In naam van Allah de Erbarmste de Barmhartigste

قال العلامة حجة الإسلام أبو جعفر الوراق الطحاوي بمصر رحمه الله ‏:‏‏
Lof zij aan Allah, de Heer der werelden. Imam Hudjdjatu-l Islam Abu Dja’far at-Tahawi (moge Allah’s wel behagen op hem zijn), zegt het volgende over zijn aqidah verhandeling:

هذا ذكر بيان عقيدة أهل السنة والجماعة ، على مذهب فقهاء الملة ‏:‏ أبي حنيفة النعمان بن ثابت الكوفي ، وأبي يوسف يعقوب بن إبراهيم الأنصاري ، وأبي عبدالله محمد بن الحسن الشيباني رضوان الله عليهم أجمعين ؛ وما يعتقدون من أصول الدين ، ويدينون به رب العالمين‏
“Deze verhandeling is in overeenstemming met de mathhab (school) van Abu Hanifah Nu’man Bin Thalib al-Kuffi, (zijn leerlingen) Abu Yusuf Ya’qub Bin Ibrahim al-Ansari en Abu ‘Abdullah Muhammad Bin Hasan ash-Shaybani (moge Allah’s wel behagen met hen zijn), met hun geloof (iman) en geloofsfundamenten, tevens is het de verklaring van Ahli Sunnah wel Djama’ah `Aqidah.

DEEL 2: “GELOOF IN ALLAH DE VERHEVENE”


قول في توحيد الله معتقدين بتوفيق الله : إن الله واحد لا شريك له
Wat betreft de eenheid van Allah en ons standvastig geloof dat Allah ons tot succes zal leiden, zeggen wij: Allah is één en Hij heeft geen deelgenoten.

ولا شيء مثله
Niets lijkt op Hem.

ولا يعجزه شيء
Niets kan Hem onderdanig maken.

ولا إله غيره
Er is geen godheid buiten Hem.

قديم بلا ابتداء دائم بلا انتهاء،
Hij is het beginloze “Qadiem” (Allah heeft geen begin), en eindeloze “Daaim” (Allah heeft geen einde) (Zijn bestaan) is (dus) ononderbroken.

لا يفنى ولا يبيد
Allah’s bestaan kan op geen enkel manier eindigen of niet-zijn.

ولا يكون إلا ما يريد
Alleen Zijn wil geschiedt.

لا تبلغه الأوهام ولا تدركه الأفهام
Fantasieën (awham) kunnen Hem niet bereiken en gedachten (afhaam) kunnen Hem niet vatten.

ولا يشبه الأنام
Bestaande wezens (anam) kunnen niet op Hem lijken.

خالق بلا حاجة، رازق بلا مؤنة
Hij schept zonder behoefte aan deze te hebben en voorziet hen van levensonderhoud.

مميت بلا مخافة، باعث بلا مشقة.
Allah doodt zonder vrees en Hij schept zonder enige moeite.

ليس بعد خلق الخلق استفاد اسم الخالق ، ولا بإحداث البرية استفاد اسم الباري‏
Allah heeft niet de naam “Khaliq” gekregen op het moment dat Hij de mensen en alle andere dingen heeft geschapen en Hij heeft ook niet de naam “Baari” (Schepper van de mensen en andere wezens) gekregen op het moment dat Hij ze geschapen heeft. Hij was daarvoor al “Khaaliq” en “Baari”.

له معنى الربوبية ولا مربوب ، ومعنى الخالقية ولا مخلوق
Allah is voorzien van de eigenschap als “Rabb” (Heer, die laat groeien, verzorgt en opvoedt zonder iets er voor terug te vragen) Hij kan niet “marbub” (groot gebracht, verzorgd en opgevoed) zijn. Hij is “Khaliq” maar niet “makhluq” (later geschapen).

وكما أنه محيي الموتى بعدما أحياهم استحق هذا الاسم قبل إحيائهم ، كذلك استحق اسم الخالق قبل إنشائهم
Dus Allah heeft niet de naam “Muhyi-l mawt” (doet de doden herleven) gekregen op het moment dat Hij de levende wezens doet herleven. Op dezelfde manier is Hij niet pas “Khaliq” op het moment dat Hij deze voor het eerst maakt, daarentegen is Allah daarvoor al degene die de doden doet herleven en hen scheppen.

ذلك بأنه على كل شيء قدير ، وكل شيء إليه فقير ، وكل أمر عليه يسير ، لا يحتاج إلى شيء ،‏ ليس كمثله شيء ، وهو السميع البصير ‏‏
Dit alles is vanwege het feit dat Allah almachtig (Qadir) over alles is, alles van Hem afhankelijk is en alles onder Zijn bevel is. Allah heeft geen behoefte aan wie en wat dan ook en Allah heeft geen gelijkenis. Hij is “as-Sami’” (alles ziende) en “al-Basir” (alles horende).

خلق الخلق بعلمه
Allah heeft alle schepsels geschapen in overeenstemming met Zijn “ilm” (kennis).

وقدر لهم أقدارا
Allah heeft de “qadar” (voorbeschikking) van de schepsels bepaald.

وضرب لهم آجالا
Allah heeft ook hun “ajjal” (aangewezen tijd van de dood) bepaald.

لم يخفَ عليه شيء قبل أن يخلقهم ، وعلم ما هم عاملون قبل أن يخلقهم
(Voordat de schepsels geschapen werden) was niets van hun handelingen aan Allah verborgen. Allah wist voorzeker al van te voren, voor hun schepping, alles wat ze zouden doen.

وأمرهم بطاعته ، ونهاهم عن معصيته
Daarop heeft Allah hen bevolen Hem te gehoorzamen en hen verboden ongehoorzaam aan Hem te zijn.

وكل شيء يجري بتقديره ومشيئته ، ومشيئته تنفذ لا مشيئة للعباد إلا ما شاء لهم ، فما شاء لهم كان ، وما لم يشأ لم يكن
Alles komt tot stand met Zijn “qadar” (voorbeschikking) en Zijn “mashiyah” (wil en wens). (Over alles wat geschiedt) is alleen Zijn “mashiyah” geldig. Buiten Zijn “mashiyah” kunnen de dienaren geen eigen wens hebben. Datgene wat Allah wil en wenst geschiedt en datgene wat Hij niet wil en wenst geschiedt niet.

يهدي من يشاء ويعصم ويعافي فضلا ويضل من يشاء ويخذل ويبتلي عدلا
Met Zijn goedertierenheid (fadl) brengt Allah degene die Hij wil op het rechte pad (Islam), beschermt hem en geeft hem gezondheid. En met zijn rechtvaardigheid (’adl) laat Hij degene die Hij wil in dwaling.

وكلهم يتقلبون في مشيئته بين فضله وعدله
Dit (handelen van de mens en de jinn) is tussen de goedertierenheid (fadhl) en rechtvaardigheid (’adalah) van Allahs wil (mashiyyah).

وهو متعال عن الأضداد والأنداد
Allah is vrij van en verheven boven alles wat tegengesteld aan Hem kan zijn en gelijkenis met hem kan vertonen.

لا رادَّ لقضائه ، ولا معقب لحكمه ، ولا غالب لأمره
Er is niets dat zijn raadsbesluit (qadha’) kan verwerpen, Zijn wet (hukm) kan uitstellen en Zijn bevel (amr) kan overweldigen.

آمنا بذلك كله ، وأيقنا أن كلا من عنده
Wij geloven zonder enig twijfel in al deze dingen en wij zijn tot conclusie gekomen dat alles door Hem tot stand komt.

DEEL 3: “GELOOF IN DE PROFEETSCHAP VAN MUHAMMAD”


وأن محمدا عبده المصطفى
Muhammad is Zijn uitverkoren dienaar (’abduhu-l mustafa).

ونبيه المجتبى ، ورسوله المرتضى ، وأنه خاتم الأنبياء ، وإمام الأتقياء ، وسيد المرسلين ، وحبيب رب العالمين
Hij is Zijn voortreffelijke profeet (nabihu-l mudjtaba), Hij is Zijn gezant waar Hij tevreden over is (rasuluhu-l murtadha), Hij is de zegel der profeten (khatamu-l anbiya’), Hij is de voorganger van degenen die zich van verre houden van het kwade (Imaamul Attaqija’), Hij is de heer der Gezanten (sayyidu-l mursalin), en Hij is de geliefde van de Heer der Werelden (habibu-l Rabbil ‘alamien).

وكل دعوى النبوة بعده فغَيٌّ وهوى
Na zijn profeetschap zijn alle beweringen omtrent een profeetschap niets anders dan loze beweringen van mensen die op het verkeerde spoor zijn en een slaaf van hun eigen ego zijn.

وهو المبعوث إلى عامة الجن ، وكافة الورى ، بالحق والهدى ، وبالنور والضياء ‏
Hij is de profeet die gezonden is voor de gehele mensheid en de djin’s (”geesten”). Hij is de Gezant der beide werelden (rasulu-l thiqalayn) die de Haqq, Huda, Nur en Dhiya (namen van de Qur’an die resp. de Waarheid; de Waarheid en leidraad voor de Waarheid; het licht; het licht en de Verlichting betekenen) met zich heeft meegebracht.

DEEL 4: “GELOOF IN DE QUR’AN”


وإن القرآن كلام الله ، منه بدا بلا كيفية قولا ، وأنزله على رسوله وحيا ، وصدقه المؤمنون على ذلك حقا ، وأيقنوا أنه كلام الله تعالى بالحقيقة
(We zeggen) dat de Qur’an het Woord van Allahu Ta’ala (Kalamu-llah) is. Het is uit Hem, zonder dat we naar het “hoe” mogen vragen als woord gekomen. (Vervolgens) heeft Hij het aan Zijn profeet (Muhammad) geopenbaard. (En tenslotte) hebben de mu’mins (gelovigen) het als de Waarheid bevestigd (met hun hart en hun tong). En ze zijn tot de conclusie gekomen dat ze definitief in de Qur’an geloven als het ware Woord van Allah.

فمن سمعه فزعم أنه كلام البشر فقد كفر ، وقد ذمه الله وعابه ، وأوعده بسقر ، حيث قال تعالى ‏:‏ ‏(‏ سأصليه سقر ‏)‏
Als iemand naar de Qur’an luistert en zegt dat het de woorden van een mens is, valt hij in het ongeloof (kufr). Allahu Ta’ala heeft zulke mensen verweten, hun beweringen afgekeurd en hen bedreigd met de Hel: “Ik zal hem in de Hel werpen”.

فلما أوعد الله بسقر لمن قال ‏:‏ ‏(‏ إن هذا إلا قول البشر ‏)‏ علمنا وأيقنا أنه قول خالق البشر ، ولا يشبه قول البشر ‏.‏
Over degene die over de Qur’an zegt: “Dit is niets anders dan het woord van een sterveling” (Muddathir: 25), heeft Allahu Ta’ala hem bedreigd met de Hel en hem gerekend tot de mensen van de Hel. Hieruit maken we op dat de Qur’an het woord van de Schepper voor de mensen is en dat de woorden van de mensen nooit op de woorden van de Qur’an kunnen lijken.

ومن وصف الله بمعنى من معاني البشر فقد كفر ، فمن أبصر هذا اعتبر ، وعن مثل قول الكفار انزجر ، وعلم أنه بصفاته ليس كالبشر
Als iemand Allah karakteriseert met menselijke eigenschappen en begrippen valt hij definitief in het ongeloof. Degene die dit realiseert zal een voorbeeld daaraan nemen en hij zal zich dan distancieren van zulke beweringen van de ongelovigen. Als resultaat zal hij begrijpen dat vanwege het feit dat Allah eigenschappen heeft ook niet op de mens hoeft te lijken.

DEEL 5: “HET ZIEN VAN ALLAH”


والرؤية حق لأهل الجنة بغير إحاطة ولا كيفية ، كما نطق به كتاب ربنا ‏:‏ ‏(‏ وجوه يومئذ ناضرة إلى ربها ناظرة ‏)‏ ، وتفسيره على ما أراده الله تعالى وعَلِمَه ،
De waarheid is dat de lieden van het paradijs hun Heer zullen zien: (Nederlandse betekenis) “(Sommige) aangezichten zullen te dien dage klinkende zijn en naar hun Heer kijken”. (Qiymah: 22.23). We weten niet hoe dat is en we kunnen het ook niet met woorden uitleggen. De uitleg (tafsir) van deze ‘ayaat is alleen bij Allahu Ta’ala’s Wil en Kennis.

وكل ما جاء في ذلك من الحديث الصحيح عن الرسول صلى الله عليه وسلم فهو كما قال ، ومعناه على ما أراد لا ندخل في ذلك متأولين‏ بآرائنا ، ولا متوهمين بأهوائنا ، فإنه ما سلم في دينه إلا من سلَّم لله عز وجل ولرسوله صلى الله عليه وسلم ، ورَدَّ عِلْم ما اشتبه عليه إلى عالمه
Op dezelfde manier is de betekenis van de betrouwbare overleveringen (hadithu-s Sahih) over dit onderwerp zoals de Profeet het bedoeld en gezegd heeft. Dit onderwerp kunnen we niet met ons inzicht interpreteren (ta’wil) of vermoeden. Want men staat op godsdienstige zaken pas stevig in zijn schoenen als men zich aan (de wil van) Allahu Ta’ala en Zijn Gezant onderwerpt en de zaken die niet zo duidelijk voor hem zijn verwijst naar personen die het weten.

ولا يثبت قدم الإسلام إلا على ظهر التسليم والاستسلام ، فمن رام عِلْمَ ما حُظِر عنه علمه ، ولم يقنع بالتسليم فهمه ، حجبه مرامه عن خالص التوحيد ، وصافي المعرفة ، وصحيح الإيمان ، فيتذبذب بين الكفر والإيمان ، والتصديق والتكذيب ، والإقرار والإنكار ، موسوسا تائها ، زائغا شاكا ، لا مؤمنا مصدقا ، ولا جاحدا مكذبا
Het bestaan van de Islam is alleen mogelijk door overgave en gehoorzaamheid (aan Allah en Zijn Profeet). In dat geval kan een ieder, die verlangt om verboden dingen (namelijk de zaken in de Qur’an en de ahadieth die niet met de rede op te lossen zijn) te leren, vervolgens niet te vrede is (met zij interpretatie (ta’wil) en zich tenslotte daarom niet overgeeft aan de dingen die heel duidelijk zijn voor hem, weerhouden worden van de pure tawhid (monotheisme), de schone kennis en het ware geloof (iman). Op dat moment zal hij wankelen tussen “kufr” (ongeloof) en “iman” (geloof); tussen “tastiq” (bevestiging met het hart) en “takthib” (verloochenen met het hart) en tussen “ikrar” (betuigen met de tong) en “inkar” (verloochenen met de tong) als een aarzelend, verstrooid en argwanende persoon, die noch een overtuigde mu’min noch een ontkennende leugenaar (ongelovige) is.

ولا يصح الإيمان بالرؤية لأهل دار السلام لمن اعتبرها منهم بوهم ، أو تأولها بفهم ، إذا كان تأويل الرؤية وتأويل كل معنى يضاف إلى الربوبية بترك التأويل ولزوم التسليم ، وعليه دين المسلمين ‏‏
Het is niet juist iemand te geloven die beweert dat de “ru’yat-u-llah” (het geloof in het feit dat (sommige) lieden van het paradijs Allah zullen zien) alleen plaats zal vinden door een denkbeeldige voorstelling of dit interpreteert (ta’wil). Want de ta’wil van zowel de “ru’yat-ullah”, als de betekenis die “Ululiyyah” (godheid zijn van Allah ) heeft, wordt alleen bereikt door het verlaten van ta’wil en door zich vast te klampen aan de overgave aan Allahs wil. De godsdienst, die de profeten verkondigden, rustten ook hier op (dus ta’wil vermijden en volledige overgave aan datgene dat verkondigd wordt).

ومن لم يتوَقَّ النفي والتشبيه زل ولم يصب التنزيه ، فإن ربنا جل وعلا موصوف بصفات الوحدانية ، منعوت بنعوت الفردانية ، ليس في معناه أحد من البرية
Als iemand zich niet hoedt tegen het ontkennen van Allahs Eigenschappen (nafiy) en het geloven dat Allah gelijkenis vertoont met Zijn schepsels (tashbih), dan is hij op het verkeerde pad en hij zal nooit in het “tanzih” (Allah geen gelijkenis toeschrijven met Zijn schepsels) geloven. Want onze Heer (Verheven zij Hij) is gekarakteriseerd met de “Wahdaniyyah” Eigenschap (Allahs eenheid in Zijn Wezen (Zat) (eigenschappen die alleen Allah heeft) en – afhankelijk met Zijn “Fardaniyah” eigenschap (Allahs eenheid in Zijn Werken (Fi’il) (eigenschappen die we ook bij andere schepsels, tot een bepaalde mate aantreffen). Geen van de schepsels heeft een eigenschap die Hij heeft.

وتعالى عن الحدود والغايات ، والأركان والأعضاء والأدوات ، لا تحويه الجهات الست كسائر المبتدعات‏ ‏
Allah is vrij van begrenzingen, ophouden te bestaan, onderhevig zijn aan wetten, ledematen en gebruik van instrumenten. De drie dimensie die de schepsels omgeeft, omgeeft Allah niet.

DEEL 6: “GELOOF IN DE HEMELREIS”


والمعراج حق ، وقد أسرى بالنبي صلى الله عليه وسلم ، وعرج بشخصه في اليقظة إلى السماء ، ثم إلى حيث شاء الله من العلا ، وأكرمه الله بما شاء ، وأوحى إليه ما أوحى ، ‏(‏ ما كذب الفؤاد ما رأى ‏)‏ فصلى الله عليه وسلم في الآخرة والأولى ‏.‏ ‏‏
De “miradj” (de hemelreis) heeft echt plaats gevonden. Rasul-lullah (sas) heeft de “Isra’” (nachtelijkereis) gemaakt. Terwijl hij in een wakkere toestand was, is hij (zowel) lichamelijk (als geestelijk)de hemelen opgestegen. Vervolgens is hij naar bepaalde verheven plaatsen die Allah wenste gebracht. Allah heeft hem daaronthaald met dingen (giften) die Hij wenste en heeft aan zijn dienaar geopenbaard wat Hij openbaarde (Allah heeft hem hier op aarde en in het hiernamaals geprezen en verheven).

DEEL 7: “GELOOF IN FAWD, SHIFA’A, MITHAQ”


والحوض الذي أكرمه الله تعالى به غياثا لأمته حق ‏.‏
De “hawdh” (de naam van een rivier of een meer in het paradijs), die Allahu Ta’ala aan de ummah (gemeenschap) van Rasul-lullah (sas) heeft geschonken, is waar en waarheid (haq)

والشفاعة التي ادخرها لهم حق ، كما روي في الأخبار ‏.‏
De shafa’ah (voorspraak), die Allah aan de ummah van Rasul-lullah (sas) gereserveerd heeft en het in de ahadith verteld wordt, is waar en waarheid.

والميثاق الذي أخذه الله تعالى من آدم وذريته حق ‏.‏ ‏
De “mithaq” (het woord die Allah van de zielen van de nakomelingen van Adam (sas) heeft gekregen omtrent zijn Heer (Rabb) zijn) is waar en waarheid.

DEEL 8: “GELOOF IN DE ILM VAN ALLAH”


وقد علم الله تعالى فيما لم يزل عدد من يدخل الجنة ، وعدد من يدخل النار جملة واحدة ، فلا يزاد في ذلك العدد ولا ينقص منه
Allahu Ta’ala weet in het oneindige het totaal aantal mensen die naar het paradijs en die naar de hel zullen gaan. Dit getal kan noch toenemen noch afnemen.

وكذلك أفعالهم فيما علم منهم أن يفعلوه ، وكلٌّ ميسر لما خلق له
Op dezelfde manier weet Allahu Ta’ala in het oneindige de werken, woorden en alle bewegingen van de mensen in hun geheel. Allah geeft de mogelijkheid dat iedereen het werk kan doen dat voor hem is geschapen.

DEEL 9: “GELOOF IN DE VOORTBESCHIKKING”


وأصل القدر سر الله تعالى في خلقه ، لم يطلع على ذلك ملك مقرب ولا نبي مرسل
De grondslag van “qadar” (voorbeschikking) is het geheim (sirr) die Allahu Ta’ala in zijn Schepping heeft verstopt. Noch de ” malak-i muqarrab” (de engel die het ” dichtst” bij Allah en Zijn Openbaring is), noch de “nabiyyi-l mursal” (profeten die een shari’ah (wet) hebben meegekregen) zijn hierover (namelijk de sirr) geïnformeerd of op de hoogte gesteld.

والتعمق والنظر في ذلك ذريعة الخذلان ، وسلم الحرمان ، ودرجة الطغيان ، فالحذر كل الحذر من ذلك نظرا وفكرا ووسوسة ، فإن الله تعالى طوى علم القدر عن أنامه ، ونهاهم عن مرامه ، كما قال الله تعالى في كتابه ‏:‏ ‏(‏ لا يسأل عما يفعل وهم يسألون ‏)‏‏ ‏
Zich verdiepen in en zich verbeeldingen maken over dit onderwerp is de oorzaak van mislukking, de weg die naar dwaasheid en verdorvenheid leidt. Wees daarom gewaarschuwd en doe afstand van elk standpunt, gedachte en mening (die leiden tot de verdieping in qadar zaken). Want Allahu Ta’ala heeft de qadar wetenschap voor de mensen verborgen gehouden en hen verboden pogingen te ondernemen om kennis over qadar zaken op te doen, zoals Allahu Ta’ala in Zijn Boek bevolen heeft: (Nederlandse betekenis)”Hij (Allah) kan niet ondervraagd worden omtrent hetgeen Hij doet maar zij (schepselen: de mensen en de dijins) zullen worden ondervraagd ” (al Anbiya’23).

فمن سأل ‏:‏ لِمَ فعل ‏؟‏ ‏ فقد رد حكم الكتاب ، ومن رد حكم الكتاب كان من الكافرين ‏.
In het geval dat iemand vraagt waarom Allah iets zo gemaakt heeft, verwerpt het oordeel van het Boek. En degene die het oordeel van het Boek verwerpt wordt tot de ongelovigen (kafirin) gerekend.

فهذا جملة ما يحتاج إليه من هو منور قلبه من أولياء الله تعالى ، وهي درجة الراسخين في العلم ؛ لأن العلم علمان ‏:‏ علم في الخلق موجود ، وعلم في الخلق مفقود ،
Dit is alles wat de geliefden van Allahu Ta’ala (awliya Allah), wiens hart gevuld zijn met licht (nur), nodig hebben, Dit is (ook) het niveau van degenen die gespecialiseerd zijn in de wetenschap. Want wetenschap is tweelerlei; het eerste is de wetenschap die aanwezig is onder de schepsels en het andere is de wetenschap die niet aanwezig is onder de schepsels.

فإنكار العلم الموجود كفر ، وادعاء العلم المفقود كفر ، ولا يثبت الإيمان إلا بقبول العلم الموجود وترك طلب العلم المفقود
Het ontkennen van de aanwezige wetenschap (al ilm-i mawdjud: alle godsdienstige wetten) en het maken van aanspraak op de aanwezigheid van de verborgen wetenschap (al ‘ilm-i mafqud: de wetenschap die alleen bij Allah bekend is, hier is dit de qadar) is ongeloof (kufr). Het geloof (iman) is alleen mogelijk door het accepteren van al- ilm-i mawdjud en door het verlaten van al-ilm-i mafqud.

ونؤمن باللوح والقلم ، وبجميع ما فيه قد رقم ، فلو اجتمع الخلق كلهم على شيء كتبه الله تعالى فيه أنه كائن ليجعلوه غير كائن لم يقدروا عليه ، ولو اجتمعوا كلهم على شيء لم يكتبه الله تعالى فيه ليجعلوه كائنا لم يقدروا عليه
Wij geloven in de “lawh” (”de plaats” waar qadar wordt geschreven), in de “qalam” (”de pen” die de qadar schrijft) en alles wat in “lawh” is opgeschreven. Als alle schepsels bij elkaar zouden komen en ze zouden proberen datgene wat Allah heeft opgeschreven, dat zou moeten plaatsvinden, tegen te houden dan zou hen dat nimmer lukken. Hetzelfde geldt ook voor datgene wat Allah heeft opgeschreven, dat niet zou mogen plaatsvinden. Het zou de schepsels allen tezamen nimmer lukken dit wel te laten gebeuren, als ze het zouden proberen te doen.

جف القلم بما هو كائن إلى يوم القيامة ، وما أخطأ العبد لم يكن ليصيبه ، وما أصابه لم يكن ليخطئه
Alles wat tot de Dag des Oordeels (yawmu-l qiyamah) zal gebeuren heeft de qalam opgeschreven en voltooid. Iets dat de dienaar niet zal overkomen, zal hem dat ook niet treffen. Iets dat hem zal overkomen zal hem dan ook treffen.

وعلى العبد أن يعلم أن الله قد سبق علمه في كل كائن من خلقه ، فقدر ذلك تقديرا محكما مبرما ، ليس فيه ناقض ولا معقب ، ولا مزيل ولا مغير ، ولا ناقص ولا زائد من خلقه في سماواته وأرضه ، ‏)
Wat betreft de dienaar, hij moet weten, dat alles wat ontstaat t.g.v. de schepsels, Allahs kennis voor gaat. (De dienaar behoort te weten dat Allah deze kennis) met Zijn Wil (mashiyah) op een vaste (muhkam) en onvermijdelijke (mubram) manier heeft voorbeschikt. Deze (voorbeschikking die op Zijn eeuwige kennis gebaseerd is) kan nooit door de schepsels, hier op aarde of in het hiernamaals, vertraagt, verwijderd, ongedaan gemaakt, afgenomen of toegenomen worden.

وذلك من عقد الإيمان وأصول المعرفة ، والاعتراف بتوحيد الله تعالى وربوبيته ، كما قال تعالى في كتابه ‏:‏ ‏(‏ وخلق كل شيء فقدره تقديرا ‏)‏ ، وقال تعالى ‏:‏ ‏(‏وكان أمر الله قدرا مقدورا
Deze (houding van de dienaar) is vanwege de afspraak die hij betreffende zijn geloof heeft gemaakt (iman), en door zijn kennis die hij over de fundamenten van de godsdienst heeft, door zijn belijdenis die hij in Allahs Rububiyyah (Allahs Rabb zijn) heeft en vanwege zijn tawhid eigenschappen. Vandaar dat Allahu Ta’ala het volgende zegt in de Qur’an: (Nederlandse betekenis ): “Hij heeft elk ding geschapen en daarvoor een maat bepaald” (Furqan/2) en “Allahs gebod is een Raadsbesluit (qadar) dat besloten is ” (Ahzab/38).

فويل لمن صار لله تعالى في القدر خصيما ، وأحضر للنظر فيه‏ قلبا سقيما ، لقد التمس بوهمه في محض الغيب سرا كتيما ، وعاد بما قال فيه أفاكا أثيما
O wee degene die zich in qadar zaken vijandig opstelt tegenover Allahu Ta’ala en zijn zieke hart als fundament voorbereid om zijn mening te ondersteunen. Zo’n iemand heeft met zijn illusies betreffende het onderzoek naar het ongeziene wetenschap (hier wordt qadar bedoeld) gebruikt, zich toegelegd op het verborgen geheim (sirr) (van Allah) en door zijn gedachten heeft hij openbaar gemaakt. Hij heeft een lelijke lastering begaan. Door het verklaren van zijn gedachten is hij hetzelfde als een leugenaar die lastert.

DEEL 10: “GELOOF IN DE ARSH EN KURSI”


والعرش والكرسي حق ، وهو مستغن عن العرش وما دونه ، محيط بكل شيء وفوقه ، وقد أعجز عن الإحاطة خلقه
(Zoals Allah het in de Qur’an bericht heeft) is “Arsh” en “Kursi” de waarheid (haqq). Allah, die Verheven is, heeft geen behoefte aan de Arsh of wat lager daaraan is. Allah heeft alles inclusief de Arsh, die boven alles zit, “omgeven” (fawqa). Het woord “omgeven” is de interpretatie van het woord dat Allah in de Qur’an als “fawqa” gebruikt). Allah heeft met Zijn ” fawka” de schepsels insolvent (a’djiz) gemaakt.

DEEL 11: “GELOOF IN DE ENGELEN, PROFETEN, BOEKEN EN SAMAWIYAH”


ونقول إن الله اتخذ إبراهيم خليلا ، وكلم الله موسى تكليما ، إيمانا وتصديقا وتسليما
Wij zeggen vanwege ons iman (geloof) , (die gevormd wordt door) bevestiging met het hart (tastiq) en overgave (aan Allahs wil) (taslim), dat Allahu Ta’ala Ibrahim (a.s) als vriend (Khalil) heeft genomen en met Musa (a.s) heeft gesproken.

ونؤمن بالملائكة والنبيين والكتب المنزلة على المرسلين ، ونشهد أنهم كانوا على الحق المبين ‏.‏
Wij geloven is de engelen (malaikah), de profeten (nabiyyin) en de Boeken (kutub) die aan de gezanten (mursalin) zijn geopenbaard en wij betuigen dat (de komst van) de profeten op klaarheldere waarheid (haqqa-l mubin) berust.

ونسمي أهل قبلتنا مسلمين مؤمنين ، ما داموا بما جاء به النبي صلى الله عليه وسلم معترفين ، وله بكل ما قاله وأخبر مصدقين
Ahl-i Qiblah (de mensen die in de richting van de Qiblah de salat verrichten) beschouwen we als muslim en mu’min zolang ze alles bevestigen wat de Profeet (sas) (van Allah) heeft gebracht (de Qur’an), zelf heeft gezegd en van hem is bericht (ahadith).

DEEL 12: “DE QUR’AN”


ولا نخوض في الله ، ولا نماري في دين الله
Wij speculeren niet (over zaken die) over Allah gaan. En wij discussiëren ook niet over Zijn godsdienst (Islam).

ولا نجادل في القرآن ، ونشهد أنه كلام رب العالمين ، نزل به الروح الأمين ، فعلمه سيد المرسلين ، محمدا صلى الله عليه وسلم ، وهو كلام الله تعالى لا يساويه شيء من كلام المخلوقين ، ولا نقول بخلقه ، ولا نخالف جماعة المسلمين
Wij bestrijden elkaar niet over de Qur’an. Wij weten dat de Qur’an het Woord van de Heer der Werelden is. Hij heeft het aan Ruhu-l amin (Djabrail (a.s) nedergezonden en aan de Heer der Profeten (Muhammad (sas) geleerd. Verder weten we ook dat Allahs Woord geen enkel gelijkenis vertoont met de woorden van de geschapenen. Wij geloven niet dat de Qur’an geschapen is en op dit punt opponeren we de muslim gemeenschap (ahl-i Sunnah wal Djama’ah) niet.

DEEL 13: “WEERLEGGING VAN DE MURJIA”


ولا نقول ‏:‏ لا يضر مع الإيمان ذنب لمن عمله
Wij zeggen niet: “Zolang iemand iman (geloof) heeft, zal geen van de zonden (inclusief kufr) hem schaden.”

نرجو للمحسنين من المؤمنين أن يعفو عنهم ، ويدخلهم الجنة برحمته ، ولا نأمن عليهم ، ولا نشهد لهم بالجنة ، ونستغفر لمسيئهم ، ونخاف عليهم ولا نقنِّطهم
Wij hopen dat degene onder de mu’mins, die goede daden verrichten, door Allah zullen worden vergeven en vanwege Zijn Barmhartigheid (Rahman) hen in het paradijs (djannah) zal toelaten. Wij hebben geen enkel zekerheid dat ze stellig vergeven zullen worden. En wij getuigen ook niet dat ze (direct) in het paradijs zullen toegelaten worden. Wij smeken om vergiffenis voor de zondaren en vrezen voor hun gevolg maar we geven de hoop voor hen niet op.

والأمن والإياس ينقلان عن ملة الإسلام ، وسبيل الحق بينهما لأهل القبلة
Iemand die (vanwege zijn goede daden) zekerheid (amin) heeft (in het paradijs te komen) en iemand die de hoop (ya’s) (op Allahs barmhartigheid) opgeven heeft en daarin gelooft, zijn beiden verre van de (Islamitische) gemeenschap (m.a.w. ze vallen beide in ongeloof). De juiste weg van Ahl-i Qiblah ligt tussen (amin en ya’s).

ولا يخرج العبد من الإيمان إلا بجحود ما أدخله فيه‏
Een dienaar kan pas zijn geloof verliezen, als hij de godsdienstige zaken ontkent, die hem buiten de grenzen van het geloof brengen.

DEEL 14: “WAT IS IMAAN?”


والإيمان ‏:‏ هو الإقرار باللسان ، والتصديق بالجنان
Het geloof (iman) bestaat uit het betuigen met de tong (iqrar) en het bevestigen met het hart (tasdiq) (van de geloofspincipes).

و جميع ما صح عن رسول الله صلى الله عليه وسلم من الشرع والبيان كله حق
Alles wat Allahu Ta’ala in de Qur’an heeft geopenbaard, en alles wat van Rasul-lullah (sas) als betrouwbaar (sahih) is doorgegeven, die samen de Shari’ah (canonieke wet van de Islam) en de godsdienst (bayan) vormen, zijn beide de waarheid.

والإيمان واحد ، وأهله في أصله سواء ، والتفاضل بينهم بالخشية والتقى ، ومخالفة الهوى ، وملازمة الأولى
Iman is één; een ieder die iman heeft (in de Islam gelooft), is (in de grondbeginselen van de iman) gelijk aan elkaar. De voortreffelijkheid onder de muslims is (alleen) vanwege hun angst (in opstand te komen tegen Allah) (khashiyah),devotie (taqwa’), vermijding van hun lust gevoelens (hawa’) en vastklamming aan de essentiële dingen (van de islam).

والمؤمنون كلهم أولياء الرحمن ، وأكرمهم عند الله أطوعهم وأتبعهم للقرآن
Alle mu’mins zijn Rahmans (Allahs) vriend (awliya ar-rahman). De eminente onder jullie zijn degenen die gehoorzaam zijn aan Allah en de Qur’an volgen.

والإيمان ‏:‏ هو الإيمان بالله ، وملائكته ، وكتبه ، ورسله ، واليوم الآخر ، والقدر خيره وشره ، وحلوه ومره من الله تعالى ‏
De (zuilen van de) iman zijn: geloven in Allah, in Zijn engelen, in Zijn Boeken, in Zijn profeten, in de laatste Dag (yawmi-l akhira), in de opstanding uit de dood (ba’th) en de Beschikking (qadar), m.a.w dat het goede en het kwade, het bittere en het zoete van Allahu Ta’ala komt.

ونحن مؤمنون بذلك كله ، لا نفرق بين أحد من رسله ، ونصدقهم كلهم على ما جاؤوا به
Wij geloven in dit alles en wij maken geen onderscheid tussen Zijn gezanten. Alles wat zij van Hem hebben gebracht bevestigen wij.

DEEL 15: “GROTE MOSLIM ZONDARE ZULLEN NIET VOOR ALTIJD IN DE HEL VERBLIJVEN”


وأهل الكبائر من أمة محمد صلى الله عليه وسلم في النارلا يخلدون ، إذا ماتوا وهم موحدون ، وإن لم يكونوا تائبين ، بعد أن لقوا الله عارفين مؤمنين ‏.‏  وهم في مشيئته وحكمه ‏:‏
Degenen onder de gemeenschap van Muhammad (sas), die grote zonden (kabair) hebben begaan, zullen niet voor altijd in de hel (nar) blijven, al hebben ze geen berouw (voor hun zonden) getoond. Dit geldt alleen als ze iman hebben gedaan en Allah als hun godheid (ilah) hebben erkend en met deze tawhid geloof gestorven zijn. Ze zijn afhankelijk van Allahs Wil (mashiah) en Oordeel (hukm).

إن شاء غفر لهم وعفا عنهم بفضله ، كما ذكر عز وجل في كتابه ‏:‏ ‏(‏ويغفر ما دون ذلك لمن يشاء ‏)‏ ‏
Als Hij wil kan Hij met Zijn goedertierenheid (fadhl) hen vergeven en hun zonden kwijtschelden, zoals het in Zijn Boek vermeld staat:(Nederlandse betekenis) “Waarlijk Allah vergeeft het verenigen van andere 22godheden met hem (shirk) niet, en vergeeft wat behalve dat aan wie Hij wil”. (Nisa’4/48).

وإن شاء عذبهم في النار بعدله ، ثم يخرجهم منها برحمته ، وشفاعة الشافعين من أهل طاعته ، ثم يبعثهم إلى جنته ، وذلك بأن الله تعالى تولى أهل معرفته ، ولم يجعلهم في الدارين كأهل نكرته ؛ الذين خابوا من هدايته ، ولم ينالوا من ولايته ،
Als Hij wil kan Hij hen met Zijn rechtvaardigheid (’adl) in de hel straffen. Vervolgens kan hij hen met Zijn Barmhartigheid (Rahmah) en met de voorspraak (shafa’ah) van (aan Allah) gehoorzamende bemiddelaars, uit de hel verlossen en hen in het paradijs opnemen. Allahs behandeling (van de grote zondaars) is vanwege het feit dat Hij de vriend is van degenen die Hem (als hun godheid) erkennen. Hij stelt deze dienaren (grote zondaars onder de muslims) niet gelijk aan degenen die Allahs “hidayah” (weg van de Islam) hebben kwijtgeraakt en niet in aanmerking wilden komen voor Zijn vriendschap.

اللهم يا ولي الإسلام وأهله ثبتنا على الإسلام حتى نلقاك به
O, Allah de Heerser en vriend van de Islam en zijn volgelingen (muslims) maak ons standvastig in de Islam totdat we U ontmoeten!

ونرى الصلاة خلف كل بر وفاجر من أهل القبلة ، ونصلي على من مات منهم
Het verrichten van de salat achter (elk lid van de) Ahl-i Qiblah, al is hij een goede (birr) of een slechte (fadjir) (voorganger) en het verrichten van de doodssalat over hen vinden wij toegestaan.

ولا ننزل أحدا منهم جنة ولا نارا ، ولا نشهد عليهم بكفر ولا بشرك ولا بنفاق ، ما لم يظهر منهم شيء من ذلك ، ونذر سرائرهم إلى الله تعالى
Wij wensen geen van hen (Ahl-i Qiblah) het paradijs noch de hel toe. Wij getuigen niet dat ze ongelovig (kafir), polytheist (mushrik) of huichelaar (munafiq) zijn geworden, zolang ze geen deelgenoten aan Allah toekennen (shirk), geen zaken doen die leiden tot ongeloof (kufr) of geen huichelarij (nifaq) verrichten. Wij verwijzen hun verborgenheden naar Allahu Ta’ala.

ولا نرى السيف على أحد من أمة محمد صلى الله عليه وسلم إلا من وجب عليه السيف
Wij vinden het niet toegestaan dat het zwaard getrokken wordt tegen één van de leden van de Gemeenschap van Muhammad (s.a.s)(om te doden), behalve degene die het zwaard (doodstraf) verdient.

DEEL 16: “GEHOORZAAMHEID AAN DE MOSLIM LEIDERS”


ولا نرى الخروج على أئمتنا وولاة أمورنا وإن جاروا ، ولا ندعوا عليهم ولا ننزع يدا من طاعتهم ،‏
Wij zullen niet in opstand komen tegen onze imams (khalifah) die onze (Islamitische) staat regeren en ook niet tegen onze (mu’min) bestuurders, die onze zaken runnen, al doen ze ons onrecht aan.

ونرى طاعتهم من طاعة الله عز وجل فريضة ، ما لم يأمروا بمعصية ، وندعوا لهم بالصلاح والمعافاة
Wij zullen niet vijandig zijn tegen hen en wij zullen niet nalaten hen te gehoorzamen. Wij vinden het verplicht hen te gehoorzamen, alsof we Allah, die Verheven is, gehoorzamen. (dat doen we) zolang ze ons niet het slechte aanbevelen. Wij bidden (du’ah) tot Allah dat ze goed en beter mogen worden.

DEEL 17: “VASTHOUDEN AAN AHLUS SUNNAH WAL JAMA’AH”


ونتبع السنة والجماعة ، ونجتنب الشذوذ والخلاف والفرقة
Wij volgen de sunnah en de (ahl-i Sunnah wa’l Djaina’ah) gemeenschap en wij houden ons verre van deviatie, verdeeldheid en sekte vorming.

ونحب أهل العدل والأمانة ، ونبغض أهل الجور والخيانة
Wij houden van rechtvaardige, eerlijke en betrouwbare mensen en wij haten onrechtvaardige, oneerlijke en onbetrouwbare mensen die ons vertrouwen misbruiken.

ونقول ‏:‏ الله أعلم فيما اشتبه علينا علمه
Over onderwerpen die moeilijk zijn of waar we onmogelijk uit kunnen komen, zeggen wij: ” Allah weet het best (Allahu a’lam) (en geloven zoals het er staat)”.

ونرى المسح على الخفين في السفر والحضر ، كما جاء في الأثر
Wij vinden het juist dat tijdens het reizen of het verblijf in het woongebied, (i.p.v. de voeten geheel te wassen) met natte handen over ledere sokken gestreken kan worden.

DEEL 18: “HAJJ EN JIHAAD BLIJVEN TOT DE DAG DES OORDEELS”


والحج والجهاد ماضيان مع أولي الأمر من المسلمين ، برهم وفاجرهم إلى قيام الساعة ، لا يبطلهما شيء ولا ينقضهما
De bedevaart (Hadj) en de “djihad” (strijd op weg van Allah) zijn twee verplichtingen die tot de Dag des Oordeels continu zal worden verricht. Het gebeurt onder leiding van “ulu-l amr” (mu’min regeerders van de muslim gemeenschap), het doet er niet toe of ze (’ulu-l amr) goed of slecht zijn. Deze twee verplichtingen kunnen noch afgeschaft noch gereformeerd worden.

DEEL 19: “GELOOF IN DE ENGELEN”


ونؤمن بالكرام الكاتبين ، فإن الله قد جعلهم علينا حافظين ‏
Wij geloven dat de “kirama-l katibin” (engelen) door Allah aangesteld zijn om ons te beschermen (en op te schrijven wat we doen).

ونؤمن بملك الموت الموكل بقبض أرواح العالمين
Wij geloven in de “malaku-l mawt” (doods engel) die aangesteld is de zielen (ruh, m.v.: arwah) van alle levende wezens te nemen.

وبعذاب القبر لمن كان له أهلا ، وسؤال منكر ونكير في قبره عن ربه ودينه ونبيه ، على ما جاءت به الأخبار عن رسول الله صلى الله عليه وسلم ، وعن الصحابة رضوان الله عليهم ‏.‏
Wij geloven in de bestraffing (’athab) en beloning (na’imah) (van de gestorvenen) in het graf(sleven) van degenen die het verdiend hebben. En we geloven ook in de “munkar” en “nakir” engelen, die in het graf naar iemands Rabb, din (godsdienst) en nabi (profeet) zullen vragen. Dit hebben we vernomen van de berichten afkomstig van Rasul-lullahs (sas) ahadith en van zijn ashab (r.a.)

والقبر روضة من رياض الجنة ، أو حفرة من حفر النيران‏
(Als een overledene in zijn) graf (qabr) (wordt gelegd) wordt (het) of een tuin onder de tuinen van het paradijs of een kuil onder de kuilen van de hel.

DEEL 20: “GELOOF IN DE DAG DES OORDEELS”


ونؤمن بالبعث وجزاء الأعمال يوم القيامة ، والعرض والحساب ، وقراءة الكتاب ، والثواب والعقاب ، والصراط والميزان
Wij geloven in de wederopstand na de dood (ba’th), de bestraffing t.g.v. de (slechte) daden, de Dag des Oordeels, de ondervraging en de vereffening van de daden (die hier op aarde zijn verricht), het Boek (waarin de daden zijn genoteerd) dat gelezen zal worden, de beloning (thawab), de bestraffing (’uqab) die uitgedeeld zal worden, de “sirat” (”de brug” die gespannen is over de hel) en de “mizan” (”de weegschaal”die de daden (goede en slechte) zal wegen).

DEEL 21: “GELOOF IN HET PARADIJS EN DE HEL”


والجنة والنار مخلوقتان ، لا تفنيان أبدا ولا تبيدان ، وإن الله تعالى خلق الجنة والنار قبل الخلق ، وخلق لهما أهلا ،
De djannah (paradijs) en de nar (hel) zijn later geschapen (mahluq) en ze zullen nooit eindigen of niet- zijn. Allahu Ta’ala heeft de djannah en de nar geschapen voordat Hij de schepselen (khalq) schiep. Hij schiep daarna hun bewoners.

فمن شاء منهم إلى الجنة فضلا منه ، ومن شاء منهم إلى النار عدلا منه ، وكل يعمل لما قد فرغ له ، وصائر إلى ما خلق له
Hij kan met zijn goedertierenheid degenen naar de djannah sturen, die Hij wil en met Zijn rechtvaardigheid kan Hij degenen in de hel stoppen, die Hij wil. Trouwens, ieder mens zal de werken verrichten die voor hem is bestemd waarmee hij de djannah of de nar heeft verdiend. Het goede (khayr) en het kwade (shar) zijn (van te voren) voor de schepping al voorbestemd en voorgeschreven (muqaddar). (m.a.w. een mens kan alleen datgene verrichten dat door Allah is voorbestemd en bepaald maar in geen van beiden kan hij door Allah gedwongen worden het te verrichten.)

DEEL 22: “HANDELINGEN VAN DE DIENAREN”


والاستطاعة التي يجب بها الفعل من نحو التوفيق الذي لا يجوز أن يوصف المخلوق به ، فهي مع الفعل ،
De istita’ah (kracht en vermogen) die noodzakelijk is bij het tot stand komen van een fi’il (actie, handeling) is samen met die fi’il. Uit het oogpunt op het definitieve succes van de desbetreffende zaak, kan deze istita’ah bij het tot stand komen van een fi’il niet aan de geschapenen toegeschreven worden.

وأما الاستطاعة من جهة الصحة والوسع والتمكن وسلامة الآلات فهي قبل الفعل ، وبها يتعلق الخطاب ، وهو كما قال تعالى ‏:‏ ‏(‏ لا يكلف الله نفسا إلا وسعها ‏)‏
Maar met betrekking tot “sihhah” (gezondheid), vermogen, voor de fi’il geschikte omstandigheid en gezondheid van de organen is de istita’ah voor de fi’il aanwezig. De vermelding (in de Qur’an), die een persoon aan zijn verantwoordelijkheden herinnert, is hieraan verbonden. Vandaar dat Allahu Ta’ala zegt:(Nederlandse betekenis) “Allah legt niemand een plicht op behalve zoveel zijn vermogen het hem toestaat.” (Baqarah 2/286)

وأفعال العباد خلق الله ، وكسب من العباد
Allah schept de handelingen (af’al) van de dienaren, en de dienaren verdienen het.

DEEL 23: “ALLAH IS DE BRON VAN ALLE KRACHT”


ولم يكلفهم الله تعالى إلا ما يطيقون ، ولا يطيقون إلا ما كلفهم ، وهو تفسير لا حول ولا قوة إلا بالله ،
Allahu Ta’ala legt alleen een plicht op zoveel het vermogen van de dienaren aankan. En zij kunnen alleen die plichten aan die Hij hen aanbiedt. Dat is de uitleg van: “La hawla wa la quwwata illa billah.” (het vermogen en de macht is alleen bij Allah).

نقول ‏:‏ لا حيلة لأحد ، ولا حركة لأحد ، ولا تحول لأحد عن معصية الله إلا بمعونة الله ، ولا قوة لأحد على إقامة طاعة الله والثبات عليها إلا بتوفيق الله
Wij zeggen: “Als iemand zich beschermt tegen het in opstand komen tegen Allah, heeft hij noch het vermogen, noch de impuls en noch een uitweg (dit te doen) behalve met de hulp van Allah (ta’at Allah). De gehoorzaamheid aan Allah en de continuering in Zijn gehoorzaamheid kan ook alleen met Zijn toestemming tot succes leiden (tawfiqa’llah).

وكل شيء يجري بمشيئة الله تعالى وعلمه وقضائه وقدره ، غلبت مشيئة المشيئات كلها ، وغلب قضاؤه الحيل كلها ،
Alles komt tot stand door Allahs wil (mashi’ah), Zijn kennis (’ilm), Zijn raadsbesluit (qadha) en Zijn voorbeschikking (qadar). Allahs wens (mashi’ah) overtreft alle andere wensen. Zijn qadha overtreft alle andere listen.

يفعل ما يشاء وهو غير ظالم أبدا ، تقدس عن كل سوء وحين ، وتنزه عن كل عيب وشين ، لا يسأل عما يفعل وهم يسألون
Allah doet wat Hij wil en is nooit en te nimmer (abadan) onrechtvaardig (zalim). Hij is vrij van alle slechtheden en onrechtvaardigheden, schande (ayb) en schaamte (shain):(Nederlandse betekenis) “Hij kan niet ondervraagd worden omtrent hetgeen Hij doet doch zij (de dienaren) zullen worden ondervraagd (omtrent hetgeen zij doen) “.(Anbiya/23).

وفي دعاء الأحياء وصدقاتهم منفعة للأموات
De gebeden (du’a) die de levenden doen en de aalmoezen (sadaqah) (die ze geven), zullen baat hebben voor hun overledenen.

والله تعالى يستجيب الدعوات ويقضي الحاجات
Allahu Ta’ala (verhoort en) beantwoordt de gebeden (da’wat) en voorziet de behoeften (van ieder).

DEEL 24: “ALLAAH IS DE RIJKE EN WIJ ZIJN BEHOEFTIG AAN HEM”


ويملك كل شيء ولا يملكه شيء ، ولا غنى عن الله تعالى طرفة عين ، ومن استغنى عن الله طرفة عين فقد كفر ، وصار من أهل الحين ‏.‏
Allah is de bezitter van alles. Daarentegen kan niets Hem bezitten. Niets kan onafhankelijk van Hem worden, zelfs niet in een fractie van tijd bij het knipperen van een oog. (Als iemand gelooft dat het mogelijk is) dat men binnen een fractie van een seconde onafhankelijk van Allah kan zijn, vervalt men in ongeloof en behoort men tot degenen die in schade leven.

والله يغضب ويرضى لا كأحد من الورى
Allahu Ta’ala kan boos (yaghdhabu) en tevreden (yardha) worden. Maar deze lijken niet op die van de mens.

DEEL 25: “HOUDEN VAN DE SAHABA”


ونحب أصحاب رسول الله صلى الله عليه وسلم ، ولا نفرط في حب أحد منهم ، ولا نتبرأ من أحد منهم ، ونبغض من يبغضهم ، وبغير الخير يذكرهم ، ولا نذكرهم إلا بخير ،
Wij houden van de Metgezellen (ashab) van Rasul-lullah (sas) Wij keren noch onze rug naar één van hen toe, noch gaan wij te ver in onze liefde voor één van hen. Wij haten degenen die hen haten en dingen tegen hen zeggen die buiten het goede valt. Wij gedenken hen alleen met het goede.

وحبهم دين وإيمان وإحسان ، وبغضهم كفر ونفاق وطغيان
Ons liefde voor hen behoort tot onze godsdienst (din), geloof (iman) en oprechtheid in het geloof (ihsan). Haat tegen hen is ongeloof (m.a.w. ongelovig zeggen tegen eminente sahaba) huichelarij (nifaq) en opstandigheid (tughyan).

ونثبت الخلافة بعد رسول الله صلى الله عليه وسلم أولا لأبي بكر الصديق رضي الله عنه تفضيلا له وتقديما على جميع الأمة ، ثم لعمر بن الخطاب رضي الله عنه ، ثم لعثمان رضي الله عنه ، ثم لعلي بن أبي طالب رضي الله عنه ، وهم الخلفاء الراشدون والأئمة المهتدون
Wij accepteren en zeggen dan ook dat na Rasul-lullah (s.a.s.), Abu Bakr as Siddiq (r.a) het khalifaatschap bekleedde en dat hij de voortreffelijkste en vooraanstaande persoon is onder de gemeenschap van Muhammad (s.a.s), vervolgen hebben `Umar ibn-i Khattab (r.a), `Uthman ibn-i ‘Affan (r.a) en tenslotte `Ali ibn-i Talib (r.a) de khalifaatschap bekleed. Zij worden de Khalifa-i Rashidun (de rechtgeleide khaliefen) genoemd en zij waren de imams die de mensen naar het rechte pad en verlossing hebben geleid.

وأن العشرة الذين سماهم رسول الله صلى الله عليه وسلم وبشرهم بالجنة نشهد لهم بالجنة ، على ما شهد لهم رسول الله صلى الله عليه وسلم ، وقوله الحق ، وهم ‏:‏ أبو بكر ، وعمر ، وعثمان ، وعلي ، وطلحة ، والزبير ، وسعد ، وسعيد ، وعبد الرحمن بن عوف ، وأبو عبيدة بن الجراح ؛ وهو أمين هذه الأمة رضي الله عنهم أجمعين ‏.‏
Wij getuigen dat (onder andere) tien metgezellen (sahaba) door Rasul-lullah (s.a.s) met de djannah (paradijs) gelukzaligd zijn (tijdens hun leven) en ze zullen met Rasul-lullahs getuigenis de djannah binnentreden. Rasul-lullahs woord is de waarheid. Deze tien metgezellen zijn: Abu Bakr, `Umar, `Uthman, `Ali, Talha, Zubayr, Sa`ad, Sa`id,`Abdurrahman bin Awf en `Ubaydah bin al-Djarrah (radiy’allahu alayhim adjma`in: moge Allah tevreden zijn met hen allen).

ومن أحسن القول في أصحاب رسول الله صلى الله عليه وسلم وأزواجه الطاهرات من كل دنس وذرياته المقدسين من كل رجس ؛ فقد برئ من النفاق
Degenen die alleen goede dingen zeggen over Rasul-lullahs metgezellen, zijn reine echtgenoten (azwadja-i tahirat) en zijn nageslacht, heeft zich gedistantieerd van huichelarij (nifaq).

وعلماء السلف من السابقين ، ومن بعدهم من التابعين أهل الخير والأثر ، وأهل الفقه والنظر ، لا يذكرون إلا بالجميل ، ومن ذكرهم بسوء فهو على غير السبيل
Wij zeggen niets anders dan goede dingen over de sahaba, tabi’un (de metgezellen van de sahaba), degenen die na hen kwamen die oprecht waren en (goede) werken achterlieten, de fuqaha (wetgeleerden) en de redenaars (nadhar onder de salaf (voorgeslacht) geleerden. Degenen die slechte dingen over hen zeggen, zijn van het rechte pad afgedwaald.

DEEL 26: “ANBIYA ZIJN BETER DAN DE AWLIYA”


ولا نفضل أحدا من الأولياء على أحد من الأنبياء عليهم السلام ، ونقول ‏:‏ نبي واحد أفضل من جميع الأولياء ‏.‏ ‏
Wij verheffen geen van de ‘awliya’ (letterlijk: de vrienden van Allah, in de volkstaal: zeer vrome mu’mins) boven geen van de profeten. Volgens ons is één van de profeten voortreffelijker dan welke ‘awliya’ dan ook.

ونؤمن بما جاء من كراماتهم ، وصح عن الثقات من رواياتهم
Wij geloven in de wonderen (karamat) van de ‘awliya’ en de berichten, die door betrouwbare overleveraars zijn overleverd, over hen (en hun wonderen) accepteren wij ook.

DEEL 27: “TEKENEN VAN HET UUR”


ونؤمن بأشراط الساعة منها ‏:‏ خروج الدجال ، ونزول عيسى ابن مريم عليه السلام من السماء ، ونؤمن بطلوع الشمس من مغربها ، وخروج دابة الأرض من موضعها
Wij geloven in de verschijning van de Dadjdjal (anti-christ), de nederdaling van ‘Isa (a.s) als de tekenen van het Uur. Wij geloven ook in de opkomst van de zon vanuit het westen en de opstanding van Dabbatu-l `Ard (een soort dier dat uit aarde zal opstaan en tot de mensen zal spreken) (als de grote tekenen van het Uur).

DEEL 28: “WAARZEGGERS ZIJN LEUGENAARS”


ولا نصدق كاهنا ولا عرافا ، ولا من يدعي شيئا يخالف الكتاب والسنة وإجماع الأمة
Wij bevestigen noch de waarzeggers, noch de astrologen en noch degenen die buiten het Boek, de Sunnah en de idjma’a-ummah (consensus van de geleerden in de gemeenschap) iets beweren (en in strijd zijn met deze drie bronnen).

ونرى الجماعة حقا وصوابا ، والفرقة زيغا وعذابا
Wij zien eenheid en saamhorigheid als de waarheid (haqq) en goedheid (sawab) ; verdeeldheid zien wij als dwaling en bestraffing.

DEEL 29: “ALLAH’S GODSDIENST IS ALLEEN ISLAAM”


ودين الله في الأرض والسماء واحد ، وهو دين الإسلام ، قال الله تعالى ‏:‏ ‏(‏ إن الدين عند الله الإسلام ‏)‏ ، وقال تعالى ‏:‏ ‏(‏ورضيت لكم الإسلام دينا ‏)‏
Hier op aarde en in de hemelen is Allahs godsdienst één en dat is de godsdienst Islam. Allahu Ta’ala zegt (Nederlandse betekenis):” Waarlijk de (ware) godsdienst bij Allah is de Islam” (al-i Imran:19) en ” En voor jullie is de Islam als godsdienst gekozen” (Maidah: 3).

وهو بين الغلو والتقصير ، وبين التشبيه والتعطيل ، وبين الجبر والقدر ، وبين الأمن والإياس ‏.‏
De Islam is een middenweg tussen overmaat (ghubu) en deficiëntie (taqsir) (in het nakomen van godsdienstige verplichtingen); tussen tashbih (anthropomorfisme in het Wezen en eigenschappen van Allah) en ta’dil (alle eigenschappen van Allah ontkennen); tussen djabr (mens heeft helemaal geen invloed op het verrichten van zijn handelingen n.l. fatalisme) en qadar (de mens heeft al zijn handelingen in zijn hand, hij is zelf de schepper van zijn eigen daden, m.a.w. de qadar wordt verworpen); tussen ‘amn (zekerheid) en ya’s (wanhoop) (op Allahs oordeel).

DEEL 30: “TEN SLOTE”


فهذا ديننا واعتقادنا ظاهرا وباطنا ، ونحن براء إلى الله من كل من خالف الذي ذكرناه وبيناه ،
Dit geheel is onze godsdienst (din) en geloofsleer (i’tiqad) in al zijn openheid (dhahira) en verborgenheid (batina). Wij zijn verre van degenen die in tegenspraak zijn met de geloofsprincipes die we hierboven hebben beschreven.

ونسأل الله تعالى أن يثبتنا على الإيمان ، ويختم لنا به ، ويعصمنا من الأهواء المختلفة ، والآراء المتفرقة ، والمذاهب الردية ، مثل المشبهة والمعتزلة والجهمية والجبرية والقدرية وغيرهم ؛ من الذين خالفوا السنة والجماعة ، وحالفوا الضلالة ، ونحن منهم براء ، وهم عندنا ضلال وأردياء
Wij wensen van Allahu Ta’ala dat Hij ons continueert in de Islam, onze laatste adem uit laat blazen met de Islam, ons weerhoudt van onze slechte begeertes en van onjuiste ideeën van: Mushabbih (sekte die tashbih geloofsgedachte aanhangt), Mu’tazilah (sekte die ta’dil geloofsgedachte aanhangt), Djamiyyah, Djabriyyah (sectes die djabr geloofsgedachte aanhangen), Qadariyyah (sekte die qadar geloofsgedachte aanhangt) en alle andere sectes, die nieuwlichterij (bid`ah) (in geloofsprincipes) hebben geïntroduceerd en van het rechte pad afgedwaald zijn . Ze hebben tegen de Ahl-i Sunnah geopponeerd. Wij zijn verre van hen (en hun ideeën). Volgens ons zijn zij in dwaling (dhalala) en ze zijn schadelijk (radiya) (met hun ideeën).

وبالله العصمة والحمد لله رب العالمين‏
Preventie (’ismah) (tegen onwetenden) en succes (tawfiq) (op de waarheid) komt alleen van Allah. Wal hamdulillahi rabbil ‘alamin (lof is aan Allah, de Heer der heelal).

{PS: Vertaald naar het Nederlands door: Drs. I. Bayrak

Saturday, 15 August 2009

Reizen naar de Qabr al-Nabi

Imam al-Nawawi zegt:

والصحيح عند أصحابنا وهو الذي اختاره إمام الحرمين والمحققون أنه -أي شد الرحل لغير الثلاثة- لا يحرم ولا يكره


NEDERLANDS:

"En de correcte mening volgens onze metgezellen is de mening dat wordt aangehouden door de Imam al-Haramain en de rest van de muhaqiqien – namelijk dat (zo’n reis naar de graf van de profeet) niet verboden is en ook niet afgeraden".

{"Sharh al-Sahih Muslim", 1/106}.

Friday, 14 August 2009

Hanbali fatwa

Haafiz Ibn Rajab zegt:

ان قول لااله الا الله يقتضي ان لا اله غير الله والاله هو الذي يطاع فلا يعصى هيبة له واجلالا ومحبة وخوفا ورجاءا وتوكلا عليه وسؤالا منه ودعاء له ولا يصلح ذلك كله الا لله عز وجل فمن اشرك مخلوقا في شيء من هذه الامور التي هي من خصائص الالهية كان ذلك قدحا في اخلاصه في قوله لا اله الا الله ونقصا في توحيده



NEDERLANDS:

"Voorzeker, het zeggen van "La ilaha il Allah" vereist dat niemand het recht heeft om aanbeden te worden behalve Allah. En een "illaah" is iemand die gehoorzaamd wordt, en niet ongehoorzaamd mag worden wegens Zijn verhevenheid. Van Hem wordt gehouden; Hij wordt gevreesd; op Hem plaatst men zijn hoop en vertrouwen; Hij wordt gevraagd en aangeroepen. Niemand heeft recht op deze dingen behalve Allah! Iemand die anderen met Allaah vereenzelvigt in welke van de bovengenoemde zaken die slechts voor Allah zijn, bewijst dat hij niet eerlijk was tijdens het uitspreken van "La ilaha il Allah" en dat hij fouten heeft in zijn tawhied".

["Kalimat al-Ikhlaas", Blz. 18].

"None can regard it lawful"

Al-Nu'man Allusi Al-Hanafi said:

قال الشيخ محمد الأمين السويدي الشافعي: ولا يجوّز ذلك إلا من جهل آثار الرسالة، ولهذه عمت الاستغاثة بالأموات عند نزول الكربات يسألونهم ويتضرعون إليهم، فكان ما يفعلونه معهم أعظم من عبادتهم واعتقادهم في رب السموات

ENGLISH:

“Shaykh Muhammad Amin al-Suwaidi al-Shafi (may Allah be merciful to him) has stated: None can regard it lawful except one who is ignorant of the traditions of the Messenger (Allah bless him and give him peace). This was the reason that seeking help from the dead in troubles spread among people. They beseech the dead and supplicate to them, as if what they do with them is greater than their worship to Allah and their belief in the Lord of the heavens.”

NEDERLANDS:

“Shaykh Muhammad Amin al-Suwaidi al-Shafi (rahimahullaah) heeft gezegd: "Niemand kan dit toestaan behalve de onwetende over de overleveringen van de Profeetschap! Dit was de reden waarom het zoeken van hulp bij de doden in tijden van nood zich ging verspreidden onder de mensen. Zij roepen de doden aan en maken dua' tot hen alsof zij dat belangrijker beschouwen dan hun aanbidding van Allah en hun geloof in de Heer der hemelen!"

["Jala al-'Ayinayn", 448].

"Who knows what will happen tomorrow"

Rubayi Bint Mu'awidh Ibn Afra' has said:

جاء النبي صلى الله عليه وسلم فدخل حين بني علي فجلس على فراشي كمجلسك مني فجعلت جويريات لنا يضربن بالدف ويندبن من قتل من آبائي يوم بدر  إذ قالت إحداهن وفينا نبي يعلم ما في غد فقال دعي هذه وقولي بالذي كنت تقولين




ENGLISH:


"After the consummation of my marriage, the Prophet (peace and blessings of Allaah be upon him) came and sat on my bed as far from me as you are sitting now, and our little girls started beating the daff and reciting verses mourning my father, who had been killed in the battle of Badr. One of them said, ‘Among us is a Prophet who knows what will happen tomorrow.’ The Prophet said, ‘Omit this (saying) and keep on saying the verses which you had been saying before.’”


NEDERLANDS:


"Na de vervolmaking van mijn huwelijk kwam de Profeet naast mijn bed zitten net zover als u van mij afzit en onze kleine kinderen begonnen op de daff te slaan en ze zongen liederen over mijn vader die tijdens de slag van Badr werd gedood. Dus één van hen zei: "Onder ons is een Profeet die weet wat morgen zal gebeuren" - de Profeet zei daarop: "Laat dat stuk eruit en zing de rest".


["Sahih al-Bukhaarie", 4852].

"Seventy two wives from the hur al-Ayn"

Al-Busayree narrates with a Hassan chain:

عن أبي هريرة ، رَضِيَ اللَّهُ عنه ، قال : قال رسول الله صَلَّى الله عَلَيه وسَلَّم : إن له من الحور العين ثنتين وسبعين زوجة سوى أزواجه من الدنيا ، وإن الواحدة لتقعد مقعدها قدر ميل من الأرض. رواه أبو يَعْلَى الموصلي ، وأحمد بن حنبل ، ورواته ثقات



ENGLISH:

"On the authority of Abu Hurairah, that the Prophet said: "... He will have seventy two wives from the hur al-Ayn, besides his wives from this world, and if one of them sits, she occupies space of one mile". This is narrated by Abu Ya'la and Ahmad, and it's narrators are thiqaat".

NEDERLANDS:

"Op gezag van Abu Hurairah, dat de Profeet zei: "... Hij zal twee en zegentig vrouwen van het paradijs hebben naast zijn wereldse vrouwen, en als een van hen zit, dan neemt zij een plek van één mijl in beslag". Dit is overgeleverd door Abu Ya'la en Ahmad, en haar overlevaars zijn thiqaat".

["Ithaaf al-Khayrah", 10/484].

70.000 Joden van Iran

Er is overgeleverd dat de Profeet zei:

يتبع الدجال سبعون ألفاً من يهود أصفهان عليهم الطيالسة
"Dajjaal zal gevolgd worden door 70.000 Joden van Isfahaan die Perzische omslagdoeken zullen dragen".
{"Sahih Muslim", 2944}.

{Lees ook: "The History Of Jews In Iran" en zie de volgende fotos van joden in Iran: FOTO 1, FOTO 2, FOTO 3, FOTO 4, FOTO 5

Hadith over vliegtuigen?

يخرج الدجال على حمار اقمر مابين أذنيه سبعون ذراعاً
"Dajjaal zal uitgaan op een witte ezel (voertuig) en de afstand tussen de twee oren (van de voertuig) zal 70 armslengtes zijn".
{"Ahmad" 3\367}.

De metgezellen vroegen:

يارسول الله وما اسراعه في الارض ؟ قال: كالغيث استدبرته الريح
"Oh boodschapper van Allah - en hoe zal hij reizen op aarde?" Hij zei: "Zoals de wolken voortgedreven door de wind".

{"Sahih Muslim", 41/7015}.

{Zie ook deze fotos: FOTO 1, FOTO 2, FOTO 3, FOTO 4

Hadith over telefoons?

Er is overgeleverd dat de Profeet heeft gezegd:

والذى نفسى بيده لا تقوم الساعة حتى تكلم السباع الإنس، ويكلم الرجل عذبة سوطه، وشراك نعله، ويخبره فخذه بما أحدث أهله بعده


“Ik zweer op Degene in Wien’s Hand mijn ziel ligt! Het laatste Uur zal niet aanbreken totdat wilde dieren tegen mensen zullen spreken, en iemands schoen en zweep zal tegen hem spreken en zijn dij (bovenbeen) zal hem op de hoogte stellen over hetgeen zijn familie deed tijdens zijn afwezigheid!”


{Bronnen:

“Ahmad” 3/83 (met sahih keten)
“Mustadrak” 4/514 (al-Hakim verklaarde de keten sahih)
“Tirmidhie” 2181
“Jami’ al-Saghir” 7083 (sahih keten)
“Mishkat” 5459 (overleveraars zijn thiqat!)
“Hakim” 4/467 (hadith sahih)
“Bayhaqi” 6/1 (en hij zei: haza isnad sahih!)
“Majmu’ al-Zawaid” 8/291 (al-Haythami verklaart het sahih)

{Lees ook: "These shoes are made for talking" en zie DIT uitvinding.

Zes gaven van de Shahied

Al-Miqdaad heeft de Profeet horen zeggen:

للشهيد عند الله ست خصال: يغفر له في أول دفعة من دمه ، ويرى مقعده من الجنة ، ويجار من عذاب القبر، ويأمن من الفزع الأكبر ، ويوضع على رأسه تاج الوقار، الياقوته منها خير من الدنيا وما فيها، ويزوج اثنين وسبعين زوجة من الحور العين، ويشفع في سبعين من أقربائه
"De Shaheed worden zes gaven geschonken door Allaah: Al zijn zonden worden vergeven bij de eerste druppel van zijn bloed; hij ziet zijn verblijfplaats in het al-Jannah (voordat hij sterft); hij is gered van de bestraffingen in het graf; hij is gered van de grote angsten (van de Dag des Oordeels); een kroon van eer zal op zijn hoofd worden geplaatst en elke parel ervan is meer waard dan deze hele wereld en wat op haar is; hij zal trouwen met 72 hur al-'ayin en Hij zal voorspraak doen voor 70 van zijn familieleden".

{"al-Tabaraani", 2/443}.

Wednesday, 12 August 2009

"I sit with the Sahaba and the Tabi’een"

It has been narrated by Ibn Al-Jawzi:

وكان يعتزل مجالس المنكر و اغتياب الناس فقيل له : إذا صليت معنا لم لا تجلس معنا ؟ قال : أذهب مع الصحابة و التابعين .. قيل له : و من أين الصحابة و التابعون ؟ قال : أذهب أنظر في علمي فأدرك آثارهم و أعمالهم ، فما أصنع معكم و أنتم تغتابون الناس !



ENGLISH:

"To Abdullah Ibn Mubarak was once said: “Why do you never sit next to us after the prayer?” He said: “I sit with the Sahaba and the Tabi’een. They asked, “How can you sit with the Sahaba and Tabi’een while they have lived previously?” He replied: “I read their narrations that I have collected. I examine their narrations and deeds. What do I find here with you? You are only here to gossip about people! "

NEDERLANDS:

Tegen Abdullaah Ibn Mubarak werd eens gezegd: "Waarom blijft u nooit naast ons zitten na het gebed?" Hij zei: "Ik zit met de Sahaba en de Tabi'een". Ze vroegen: "Hoe kunt u met hen zitten terwijl zij vroeger hebben geleefd?" Hij zei: "Ik lees hun overleveringen die ik heb verzameld. Ik onderzoek hun overleveringen en daden. Wat heb ik met jullie te zoeken? Jullie roddelen slechts over mensen!"

["Sifat As-Safwah" 4/137].

"And this is pure disbelief"

Imam Ibn Najim al-Misri (970H) said:

لو تزوج بشهادة الله ورسوله لا ينعقد النكاح ويكفر لاعتقاده أن النبي صلى الله عليه وسلم يعلم الغيب

ENGLISH:

"If one marries on the witness of Allah and His Messenger [alone], it is not valid and this is pure disbelief, because it entails believing that the Messenger of Allah (Allah bless him and give him peace) knows the unseen, which is disbelief".

NEDERLANDS:

“Als iemand Allah en Muhammad als getuigen stelt voor huwelijk, dan wordt hij kaafir omdat het geloof dat de Profeet kennis van het ongeziene heeft kufr is".

["Al-Bahr al-Raqaiq", 5/16].

"The Sunnah is like the Ark of Noah"




Imam Malik said:

“السنة مثل سفينة نوح من ركبها نجا ومن تخلف عنها هلك”

ENGLISH:

"The Sunnah is like the Ark of Noah. Whoever embarks upon it reaches salvation and whoever refuses is drowned."

NEDERLANDS:

“De Sunnah is zoals de Ark van Noah, vrede zij met hem. Wie zich eraan vasthoudt zal gered zijn en wie zich ervan afkeert is verdronken!”

["Majmoo al-Fatawa", 4/57].


"I borrowed a pen from someone in Sham"

Al-Hasan Bin Arafah (Abu Ali) narrated that Ibn al-Mubarak said to him:

استعرت قلما بأرض الشام فذهب على أن أرده الى صاحبه فلما قدمت مرو نظرت فإذا هو معي؛ فرجعت ، يا أبا علي إلى أرض الشام حتى رددته الى صاحبه
ENGLISH:

"I borrowed a pen from someone in Sham, and I intended to return it to its owner. When I arrived in Marw (in Turkmenistan!), I saw that I still had it with me. O Abu ‘Ali (al-Hasan’s nickname), I went all the way back to Sham to return the pen to its owner!"

NEDERLANDS:

"Ik leende een pen van iemand in Shaam, en ik was van plan om het aan hem terug te geven. Toen ik in Marw (Turkmenistan) aankwam, merkte ik dat ik die pen nog bij me had! Oh Abu Ali, ik keerde hellemaal terug naar Sham om die pen terug te geven!"

["Tareekh al-Baghdaad", 10/167].

"He will be called great ..."

Ibn al-Qayyim said:

فإن السلف مجمعون على أن العالم لا يستحق أن يسمى ربانيا حتى يعرف الحق ويعمل به ويعلّمه فمن علّم وعمل وعلم فذاك يدعى عظيما في ملكوت السماوات

ENGLISH:

"The salaf were agreed that the scholar does not deserve to be called a rabbaani unless he knows the truth, acts in accordance with it and teaches it to others. Whoever teaches, acts in accordance with his knowledge and has knowledge, he will be called great in the kingdom of heaven".

NEDERLANDS:

“De Salaf waren het met elkaar eens dat een geleerde geen rabbaani genoemd kan worden, totdat hij de waarheid kent, ernaar handelt en het aan anderen doorleert. Dus alleen de bezitter van kennis, die het aan anderen doorleert, en die zelf naar zijn kennis handelt zal groot genoemd worden in de koninkrijk der hemelen”.

["Zaad al-Ma'aad", 3/9-11].